Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1009 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1009)
- Inwerkingtreding
15-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1009)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De voorwaarden voor het aanbieden van meststoffen op de interne markt zijn gedeeltelijk geharmoniseerd door Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad (3), die vrijwel uitsluitend betrekking heeft op meststoffen bestaande uit gedolven of chemisch vervaardigde, anorganische materialen. Ook gerecycleerde en organische materialen moeten kunnen worden gebruikt voor bemesting. Teneinde een krachtige stimulans te bieden om meer gebruik te maken van meststoffen vervaardigd uit gerecycleerde of organische materialen, moeten geharmoniseerde voorwaarden worden vastgesteld voor het op de gehele interne markt aanbieden van deze meststoffen. De bevordering van het gebruik van gerecycleerde nutriënten draagt verder bij aan de ontwikkeling van de circulaire economie, maakt een hulpbronnenefficiënter algemeen gebruik van nutriënten mogelijk, en zorgt er tevens voor dat de Unie minder afhankelijk wordt van nutriënten uit derde landen. De reikwijdte van de harmonisatie moet daarom worden uitgebreid tot gerecycleerde en organische materialen.
- (2)
Bepaalde producten worden in combinatie met meststoffen gebruikt om de voedingsefficiëntie te verbeteren, met als gunstig gevolg een vermindering van de hoeveelheid gebruikte meststoffen en dus van het effect ervan op het milieu. Om het vrije verkeer van die producten op de interne markt te vergemakkelijken, moet de harmonisatie niet enkel betrekking hebben op meststoffen, d.w.z. producten die bestemd zijn om planten nutriënten te verschaffen, maar ook op producten die bestemd zijn om de voedingsefficiëntie van planten te verbeteren.
- (3)
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4) stelt regels vast voor de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in algemene beginselen voor CE-markering. Die verordening moet van toepassing zijn op de producten waarop deze verordening betrekking heeft, opdat producten die onder het vrije verkeer van goederen binnen de Unie vallen, voldoen aan eisen die een hoog niveau van bescherming waarborgen van maatschappelijke belangen zoals gezondheid van mensen, dieren en planten, veiligheid en het milieu.
- (4)
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) stelt gemeenschappelijke beginselen en referentiebepalingen vast die bedoeld zijn om in alle sectorale wetgeving te worden toegepast, zodat een coherente basis voor de herziening of herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Verordening (EG) nr. 2003/2003 moet daarom worden vervangen door deze verordening, die voor zover mogelijk is opgesteld overeenkomstig die gemeenschappelijke beginselen en referentiebepalingen.
- (5)
In tegenstelling tot andere productharmonisatiemaatregelen in het Unierecht, verhindert Verordening (EG) nr. 2003/2003 niet dat niet-geharmoniseerde meststoffen op de interne markt worden aangeboden overeenkomstig het nationale recht en de algemene, in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) neergelegde regels voor het vrije verkeer. Gezien het zeer lokale karakter van bepaalde productmarkten moet deze mogelijkheid blijven bestaan. Overeenstemming met de geharmoniseerde regels moet derhalve facultatief blijven en slechts verplicht zijn voor producten die bestemd zijn om planten nutriënten te verschaffen of om de voedingsefficiëntie van planten te verbeteren en die een CE-markering hebben wanneer zij op de markt worden aangeboden. Deze verordening mag derhalve niet van toepassing zijn op producten die geen CE-markering hebben wanneer zij op de markt worden aangeboden.
- (6)
De verschillende productfuncties rechtvaardigen verschillende productveiligheids- en -kwaliteitseisen die aangepast zijn aan de verschillende beoogde gebruiksdoeleinden. De EU-bemestingsproducten moeten daarom worden verdeeld in verschillende productfunctiecategorieën, en op iedere categorie moeten specifieke veiligheids- en kwaliteitseisen van toepassing zijn.
- (7)
Een EU-bemestingsproduct kan meer dan één van de functies hebben die zijn beschreven in de productfunctiecategorieën van deze verordening. Indien slechts één van die functies wordt aangegeven, volstaat het dat het EU-bemestingsproduct voldoet aan de eisen van de productfunctiecategorie waarin de aangegeven functie wordt beschreven. Worden daarentegen meer dan één van die functies aangegeven, dan moet het EU-bemestingsproduct worden beschouwd als een blend van twee of meer samenstellende EU-bemestingsproducten, en moet worden verlangd dat elk samenstellend EU-bemestingsproduct voldoet aan de functie-eisen. Derhalve dient op die blends een specifieke productfunctiecategorie van toepassing te zijn.
- (8)
Een fabrikant die gebruikmaakt van een of meer EU-bemestingsproducten waarvan de conformiteit reeds door die fabrikant of door een andere fabrikant is beoordeeld, kan zich willen baseren op die conformiteitsbeoordeling. Teneinde de administratieve lasten tot een minimum te beperken, moet het resulterende EU-bemestingsproduct tevens worden beschouwd als een blend van twee of meer samenstellende EU-bemestingsproducten, en moeten de aanvullende conformiteitseisen voor de blend worden beperkt tot de kenmerken die het product door het mengen heeft verkregen.
- (9)
Het bestaan van verschillende bestanddelen rechtvaardigt verschillende procesvoorschriften en controlemechanismen die toegesneden zijn op de verschillen in potentiële gevaarlijkheid en veranderlijkheid. De bestanddelen van EU-bemestingsproducten moeten daarom worden opgedeeld in verschillende categorieën, en op iedere categorie moeten specifieke procesvoorschriften en controlemechanismen van toepassing zijn. Het moet mogelijk zijn een EU-bemestingsproduct op de markt aan te bieden dat is samengesteld uit meerdere bestanddelen uit verschillende bestanddelencategorieën, indien elk bestanddeel voldoet aan de eisen voor de categorie waartoe het bestanddeel behoort.
- (10)
Contaminanten in EU-bemestingsproducten, zoals cadmium, zouden een risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu kunnen inhouden, aangezien zij zich opstapelen in het milieu en terechtkomen in de voedselketen. Het gehalte aan contaminanten in dergelijke producten moet daarom worden beperkt. Verder moeten onzuiverheden in van bioafval afgeleide EU-bemestingsproducten, in het bijzonder polymeren, maar ook metaal en glas, worden voorkomen of beperkt voor zover dat technisch mogelijk is, door dergelijke onzuiverheden in gescheiden ingezameld bioafval op te sporen voordat het afval wordt verwerkt.
- (11)
In verscheidene lidstaten gelden nationale bepalingen ter beperking van het gehalte aan cadmium in fosfaatmeststoffen om redenen die verband houden met de bescherming van de menselijke gezondheid en van het milieu. Indien een lidstaat het nodig acht dergelijke nationale bepalingen te handhaven nadat krachtens deze verordening geharmoniseerde grenswaarden zijn vastgesteld en totdat die geharmoniseerde grenswaarden gelijk zijn aan of lager zijn dan de reeds geldende nationale grenswaarden, moet hij de Commissie van deze bepalingen in kennis stellen overeenkomstig artikel 114, lid 4, VWEU. Indien een lidstaat het overeenkomstig artikel 114, lid 5, VWEU noodzakelijk acht nationale bepalingen te treffen, zoals bepalingen ter beperking van het gehalte aan cadmium in fosfaatmeststoffen, die gebaseerd zijn op nieuwe wetenschappelijke gegevens die verband houden met de bescherming van het milieu of het arbeidsmilieu vanwege een specifiek probleem dat zich in die lidstaat heeft aangediend nadat deze verordening is vastgesteld, moet hij de Commissie voorts in kennis stellen van de voorgenomen bepalingen en de redenen voor het vaststellen ervan. In elk van de gevallen moet de Commissie overeenkomstig artikel 114, lid 6, VWEU nagaan of de ter kennis gebrachte nationale bepalingen al dan niet een middel tot willekeurige discriminatie, een verkapte handelsbeperking of een hinderpaal voor de werking van de interne markt vormen.
- (12)
Gezien het feit dat overeenkomstig het VWEU aan bepaalde lidstaten, gezien de bijzondere bodemgesteldheid en de klimatologische omstandigheden aldaar, vrijstellingen van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2003/2003 zijn verleend wat betreft het gehalte aan cadmium in meststoffen met het oog op, onder meer, de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu, en aangezien de feitelijke omstandigheden die tot de verlening van deze vrijstellingen door de Commissie hebben geleid, nog steeds aanwezig zijn, moeten die lidstaten hun nationale grenswaarden voor het gehalte aan cadmium kunnen blijven toepassen totdat op Unieniveau geharmoniseerde grenswaarden voor het gehalte aan cadmium in fosfaatmeststoffen van toepassing zijn die gelijk of lager zijn dan de grenswaarden die in de bedoelde lidstaten geldt.
- (13)
Om te bevorderen dat fosfaatmeststoffen in overeenstemming zijn met de eisen van deze verordening en om innovatie te stimuleren, moeten er voldoende stimulansen worden geboden voor de ontwikkeling van de nodige technologieën, in het bijzonder cadmiumverwijderingstechnologie, en voor het beheer van gevaarlijk afval met een hoog cadmiumgehalte, in de vorm van relevante financiële middelen, zoals die welke beschikbaar zijn in het kader van Horizon Europa, het ondersteuningsplatform voor financiering op het gebied van de circulaire economie, dan wel via de Europese Investeringsbank. Die stimulansen moeten gericht zijn op oplossingen voor cadmiumverwijdering die economisch haalbaar zullen zijn op industriële schaal en de passende verwerking van de gegenereerde afvalstoffen mogelijk zullen maken.
- (14)
Een EU-bemestingsproduct dat aan de eisen van deze verordening voldoet, moet worden toegelaten tot het vrije verkeer op de interne markt. Indien een of meer bestanddelen afgeleide producten zijn in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6), maar een punt in de productieketen hebben bereikt waarna zij niet langer een significant risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten of voor de veiligheid of voor het milieu inhouden (het ‘eindpunt in de productieketen’), zou het blijven toepassen van de bepalingen van voornoemde verordening op deze producten voor onnodige administratieve belasting zorgen. De voorschriften ervan dienen derhalve niet te gelden voor die bemestingsproducten. Verordening (EG) nr. 1069/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (15)
Voor iedere bestanddelencategorie die afgeleide producten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 bevat, moet het eindpunt in de productieketen worden vastgesteld overeenkomstig de procedures van die verordening. Indien dat eindpunt is bereikt voordat het EU-bemestingsproduct in de handel is gebracht, maar nadat het krachtens deze verordening gereguleerde productieproces is gestart, moeten de procesvoorschriften van Verordening (EG) nr. 1069/2009 en die van deze verordening cumulatief van toepassing zijn op EU-bemestingsproducten. Dit betekent dat, indien beide verordeningen dezelfde parameter reguleren, de strengste voorschriften worden toegepast.
- (16)
Afgeleide producten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 die reeds in de handel zijn gebracht en in de Unie worden gebruikt als organische meststoffen en bodemverbeteraars overeenkomstig die verordening, zijn veelbelovende grondstoffen voor de productie van innovatieve bemestingsproducten in een circulaire economie. Zodra voor het desbetreffende afgeleide product een eindpunt in de productieketen is vastgesteld, dient aan de EU-bemestingsproducten die dergelijke afgeleide producten overeenkomstig deze verordening bevatten het recht van vrij verkeer in de interne markt worden toegekend zonder aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1069/2009 te zijn onderworpen. Daartoe dient de Commissie zonder onnodige vertraging een eerste evaluatie te verrichten om na te gaan of een eindpunt in de productieketen kan worden vastgesteld.
- (17)
Wanneer van dierlijke bijproducten afgeleide bemestingsproducten een risico vormen voor de volksgezondheid of de diergezondheid, moeten beschermingsmaatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (7) kunnen worden genomen, zoals dat ook het geval is voor andere van dierlijke bijproducten afgeleide productcategorieën.
- (18)
Het op de markt aanbieden van een dierlijk bijproduct of een afgeleid product in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 waarvoor geen eindpunt in de productieketen is vastgesteld, of waarvoor het vastgestelde eindpunt niet is bereikt op het moment dat het product op de markt wordt aangeboden, is onderworpen aan de voorschriften van die verordening. Het zou derhalve misleidend zijn als deze verordening in de CE-markering van het product zou voorzien. Producten die dergelijke dierlijke bijproducten of afgeleide producten bevatten of eruit bestaan, moeten derhalve van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten. Onbehandelde dierlijke bijproducten mogen niet onder deze verordening te vallen.
- (19)
Er is vastgesteld dat er op de markt een vraag bestaat om bepaalde afvalstoffen, zoals struviet, biochar en uit as verkregen producten, die nuttig zijn toegepast in de zin van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (8), als bemestingsproducten te gebruiken. Om ervoor te zorgen dat het gebruik van die bemestingsproducten niet leidt tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid, zijn bovendien bepaalde eisen noodzakelijk voor de afvalstoffen die als input worden gebruikt in de nuttige toepassing, voor de verwerkingsprocessen en -technieken, en voor de bemestingsproducten die het resultaat zijn van de nuttige toepassing. Wat EU-bemestingsproducten betreft, moeten die eisen in deze verordening worden vastgelegd. Vanaf het moment waarop aan alle eisen van deze verordening wordt voldaan, mogen die producten dus niet meer als afvalstoffen worden beschouwd in de zin van Richtlijn 2008/98/EG, en derhalve moeten bemestingsproducten die dergelijke nuttig toegepaste afvalstoffen bevatten of daaruit bestaan, op de interne markt kunnen worden gebracht. Onmiddellijk na de inwerkingtreding van deze verordening moet op het niveau van de Unie een aanvang worden gemaakt met de wetenschappelijke analyses en de vaststelling van eisen inzake nuttige toepassing voor dergelijke producten, teneinde rechtszekerheid te garanderen, voordeel te halen uit technische ontwikkelingen en de motivatie onder producenten om meer gebruik te maken van waardevolle afvalstromen verder te stimuleren. Dienovereenkomstig moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om zonder onnodige vertraging uitgebreidere of aanvullende bestanddelencategorieën te bepalen die in aanmerking komen voor gebruik in de productie van EU-bemestingsproducten.
- (20)
Bepaalde bijproducten in de zin van Richtlijn 2008/98/EG worden momenteel door fabrikanten gebruikt als bestanddelen van bemestingsproducten of zullen naar verwachting in toekomstige opkomende markten worden gebruikt. Voor dergelijke bestanddelen moeten in een afzonderlijke bestanddelencategorie in bijlage II bij deze verordening specifieke eisen worden vastgelegd.
- (21)
Bepaalde stoffen en mengsels, gewoonlijk aangeduid als remmers (inhibitoren), verbeteren het afgiftepatroon van een nutriënt in een meststof door de activiteit van specifieke groepen micro-organismen of enzymen te vertragen of te stoppen. Voor remmers die op de markt worden aangeboden met de bedoeling ze om die reden aan bemestingsproducten toe te voegen, moet de fabrikant verantwoordelijk zijn ervoor te zorgen dat die remmers aan bepaalde werkzaamheidscriteria voldoen. Derhalve moeten die remmers krachtens deze verordening als EU-bemestingsproducten worden beschouwd. Bovendien moeten voor EU-bemestingsproducten die dergelijke remmers bevatten, bepaalde werkzaamheids-, veiligheids-, en milieucriteria gelden. Dergelijke remmers moeten derhalve ook als bestanddelen van EU-bemestingsproducten worden gereguleerd.
- (22)
Bepaalde stoffen, mengsels en micro-organismen, aangeduid als biostimulanten voor planten, vormen geen inputs van nutriënten als zodanig, maar stimuleren wel de natuurlijke voedingsprocessen van planten. Indien dergelijke producten als enige doel hebben het gebruik van nutriënten door de plant efficiënter te maken, de tolerantie voor abiotische stress en de kwaliteitskenmerken te verbeteren, of de beschikbaarheid van in de bodem of in de rhizosfeer vastgehouden nutriënten te vergroten, hebben zij in wezen meer gemeen met bemestingsproducten dan met de meeste categorieën gewasbeschermingsmiddelen. Hun werking vormt een aanvulling op die van meststoffen en is bedoeld om de efficiëntie van die meststoffen te vergroten zodat de dosering van nutriënten kan worden verlaagd. Die producten moeten derhalve in aanmerking komen voor CE-markering op grond van deze verordening en uitgesloten worden van het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9). Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (23)
Producten met één of meer functies waarvan er één onder Verordening (EG) nr. 1107/2009 valt, zijn gewasbeschermingsmiddelen die onder het toepassingsgebied van die verordening vallen. Op die producten moet de voor dergelijke producten ontwikkelde controle van toepassing blijven waarin die verordening voorziet. Indien dergelijke producten ook de functie van bemestingsproduct hebben, zou het misleidend zijn deze producten uit hoofde van de onderhavige verordening van een CE-markering te voorzien, aangezien het op de markt aanbieden van een gewasbeschermingsmiddel afhangt van een producttoelating die geldig is in de betrokken lidstaat. Die producten moeten derhalve van het toepassingsgebied van de onderhavige verordening worden uitgesloten.
- (24)
Deze verordening mag geen beletsel vormen voor de toepassing van bestaande Uniewetgeving betreffende aspecten van de bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, van de veiligheid en van het milieu waarop deze verordening geen betrekking heeft. Deze verordening moet om die reden van toepassing zijn zonder afbreuk te doen aan Richtlijn 86/278/EEG van de Raad (10), Richtlijn 89/391/EEG van de Raad (11), Richtlijn 91/676/EEG van de Raad (12), Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (13), Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (14), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (15), Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (16), Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (17), Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (18), Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (19), Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (20), Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement de Raad (21), Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad (22), Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (23), Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad (24) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (25).
- (25)
Volgens de gangbare praktijk moeten stikstof, fosfor, en kalium ‘primaire macronutriënten’ worden genoemd, en moeten calcium, magnesium, natrium en zwavel secundaire macronutriënten worden genoemd. Eveneens volgens de gangbare praktijk moeten meststoffen ‘enkelvoudig’ worden genoemd indien zij ofwel slechts één macronutriënt bevatten, ongeacht of deze primair of secundair is, of slechts één primaire macronutriënt in combinatie met één of meerdere secundaire macronutriënten bevatten. Volgens diezelfde praktijk moeten meststoffen ‘samengesteld’ worden genoemd indien zij meer dan één primaire macronutriënt bevatten, ongeacht of ze ook één of meer secundaire macronutriënten bevatten, of geen primaire macronutriënt maar wel meer dan één secundaire macronutriënt bevatten.
- (26)
Indien een EU-bemestingsproduct een stof of mengsel in de zin van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bevat, moet de veiligheid van de samenstellende stoffen voor het beoogde gebruik worden bepaald door middel van registratie op grond van die verordening. De informatievereisten moeten ervoor zorgen dat de veiligheid van het beoogde gebruik van het EU-bemestingsproduct wordt aangetoond op een manier die vergelijkbaar is met die van andere regelgevingen betreffende producten die bestemd zijn voor gebruik op landbouwgrond of akkerbouwgewassen, in het bijzonder nationale wetgeving van de lidstaten betreffende meststoffen en Verordening (EG) nr. 1107/2009. Indien de hoeveelheid die feitelijk in de handel wordt gebracht, minder dan tien ton per onderneming per jaar bedraagt, moeten de bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 vastgestelde informatievereisten voor de registratie van stoffen in hoeveelheden van tien tot honderd ton derhalve bij wijze van uitzondering een voorwaarde vormen voor het gebruik van deze stoffen in EU-bemestingsproducten. Die informatievereisten moeten van toepassing zijn op de eigenlijke stoffen die het EU-bemestingsproduct bevat, en niet op de precursoren die worden gebruikt voor de productie van die stoffen. De precursoren zelf, zoals zwavelzuur dat als een precursor voor de productie van gewoon superfosfaat wordt gebruikt, mogen voor de toepassing van deze verordening niet als bestanddelen worden gereguleerd, aangezien de chemische veiligheid beter zal worden gewaarborgd door de stoffen die uit de precursoren worden gevormd en die het EU-bemestingsproduct feitelijk bevat, als bestanddelen te reguleren. De verplichting om te voldoen aan alle eisen van een bestanddelencategorie (‘component material category’ of ‘CMC’) dient derhalve op die stoffen van toepassing te zijn.
- (27)
Indien de feitelijke hoeveelheid stoffen in de door deze verordening gereguleerde EU-bemestingsproducten meer dan honderd ton bedraagt, moeten de aanvullende informatievereisten van Verordening (EG) nr. 1907/2006 rechtstreeks van toepassing zijn uit hoofde van die verordening. De onderhavige verordening moet ook de toepassing van de andere bepalingen van Verordening (EG) nr. 1907/2006 onverlet laten.
- (28)
Marktdeelnemers zijn ervoor verantwoordelijk dat EU-bemestingsproducten in overeenstemming zijn met deze verordening, gezien de rol die ieder van hen vervult in de toeleveringsketen. Hierdoor kan een hoog niveau van bescherming van onder deze verordening vallende aspecten van het algemeen belang worden gewaarborgd, alsmede eerlijke mededinging op de interne markt. In voorkomend geval dienen fabrikanten en importeurs, ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van consumenten en het milieu, steekproeven uit te voeren op de EU-bemestingsproducten die zij op de markt aanbieden.
- (29)
Een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van iedere marktdeelnemer in de toeleverings- en distributieketen is geboden.
- (30)
Fabrikanten, die op de hoogte zijn van de details van het ontwerp- en productieproces, zijn het best in staat om de conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te voeren. De verplichting om een conformiteitsbeoordeling van EU-bemestingsproducten uit te voeren moet daarom uitsluitend op de fabrikant blijven rusten.
- (31)
EU-bemestingsproducten uit derde landen die op de interne markt komen, moeten ook aan deze verordening voldoen, en met name moeten fabrikanten adequate conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot die EU-bemestingsproducten hebben uitgevoerd voordat zij op de markt komen. Daarom moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat EU-bemestingsproducten die zij in de handel brengen, aan de eisen van deze verordening voldoen, en dat zij geen EU-bemestingsproducten in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoen of een risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu inhouden. Tevens moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn uitgevoerd en dat de markering van EU-bemestingsproducten en de door fabrikanten opgestelde documenten beschikbaar zijn voor inspectie door de bevoegde nationale autoriteiten.
- (32)
Om markttoezicht mogelijk te maken, moeten importeurs die een EU-bemestingsproduct in de handel brengen, hun naam, hun geregistreerde handelsnaam of geregistreerd merk en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen, op de verpakking van het EU-bemestingsproduct vermelden.
- (33)
Aangezien distributeurs een EU-bemestingsproduct op de markt aanbieden nadat het door de fabrikant of de importeur in de handel is gebracht, moeten zij de nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te zorgen dat de wijze waarop zij met het EU-bemestingsproduct omgaan, geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van dat EU-bemestingsproduct met deze verordening.
- (34)
Indien marktdeelnemers een EU-bemestingsproduct onder hun eigen naam of merk in de handel brengen, dan wel een EU-bemestingsproduct zodanig wijzigen dat de conformiteit ervan met deze verordening in het gedrang kan komen, dienen zij als fabrikanten te worden beschouwd en de verplichtingen van fabrikanten op zich te nemen. In andere gevallen dienen marktdeelnemers die door andere marktdeelnemers reeds in de handel gebrachte EU-bemestingsproducten slechts verpakken of herverpakken, aan te kunnen tonen dat naleving van de eisen van deze verordening niet in het gedrang is gekomen, en wel door hun identiteit op de verpakking te vermelden en door een kopie van de oorspronkelijke etiketteringsinformatie te bewaren.
- (35)
Omdat distributeurs en importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten en moeten zij worden verplicht actief medewerking te verlenen en de autoriteiten alle nodige informatie over het EU-bemestingsproduct te verstrekken.
- (36)
Het markttoezicht wordt eenvoudiger en efficiënter indien een EU-bemestingsproduct in de gehele toeleveringsketen traceerbaar is. Een efficiënt traceringssysteem verlicht de taak van de markttoezichtautoriteiten in het geval dat zij marktdeelnemers moeten opsporen die niet-conforme EU-bemestingsproducten op de markt hebben aangeboden. Van de marktdeelnemers mag niet worden verlangd dat zij, wanneer zij de gegevens die nodig zijn voor de identificatie van andere marktdeelnemers bewaren, die gegevens bijwerken wat betreft andere marktdeelnemers die een EU-bemestingsproduct aan hen hebben geleverd of aan wie zij een EU-bemestingsproduct hebben geleverd, aangezien zij dergelijke actuele gegevens doorgaans niet ter beschikking hebben.
- (37)
Om de beoordeling van de conformiteit met de eisen van deze verordening te vergemakkelijken, moet worden voorzien in een vermoeden van conformiteit voor EU-bemestingsproducten die voldoen aan de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (26) vastgestelde geharmoniseerde normen of aan de overeenkomstig deze verordening vastgestelde gemeenschappelijke specificaties.
- (38)
Er moeten conformiteitsbeoordelingsprocedures komen waarmee marktdeelnemers kunnen aantonen — en de bevoegde instanties kunnen verifiëren — dat op de markt aangeboden EU-bemestingsproducten aan de eisen van deze verordening voldoen. Besluit nr. 768/2008/EG stelt modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast, van de minst stringente tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de hoogte van het risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie tussen de sectoren te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen. Het moet mogelijk zijn voor fabrikanten om te kiezen voor een stringentere conformiteitsbeoordelingsprocedure voor de beoordeling van een EU-bemestingsproduct dat in aanmerking komt voor een minder stringente procedure, aangezien zij hierdoor misschien hun administratie kunnen stroomlijnen zonder de conformiteit van het EU-bemestingsproduct in het gedrang te brengen. Voorts moeten de bij Besluit nr. 768/2008/EG vastgestelde modules worden aangepast om rekening te houden met de specifieke aspecten van bemestingsproducten. In het bijzonder moeten voor de conformiteitsbeoordeling van bepaalde van nuttig toegepaste afvalstoffen afgeleide EU-bemestingsproducten de kwaliteitssystemen worden verbeterd en moet de betrokkenheid van de aangemelde instanties worden vergroot.
- (39)
Om ervoor te zorgen dat de meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte geen gevaar inhouden voor de veiligheid, en dat deze meststoffen niet worden gebruikt voor andere doelen dan die waarvoor zij bestemd zijn — bijvoorbeeld als explosieven — moeten er voor dergelijke meststoffen specifieke eisen gelden in verband met detonatiebestendigheidsproeven en traceerbaarheid.
- (40)
Om daadwerkelijke toegang tot informatie voor markttoezichtdoeleinden te bewerken, moeten de gegevens betreffende de conformiteit met alle Uniewetgeving die op EU-bemestingsproducten van toepassing is, in één EU-conformiteitsverklaring worden verstrekt. Ter vermindering van de administratieve lasten voor marktdeelnemers zou die EU-conformiteitsverklaring moeten kunnen bestaan uit een dossier van relevante afzonderlijke conformiteitsverklaringen.
- (41)
De CE-markering, waarmee de conformiteit van een EU-bemestingsproduct met deze verordening wordt aangegeven, is de zichtbare uitkomst van een uitgebreid proces van conformiteitsbeoordeling. In Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen voor het gebruik van de CE-markering en de verhouding daarvan tot andere markeringen vastgesteld. Er moeten specifieke voorschriften voor het aanbrengen van de CE-markering op EU-bemestingsproducten worden vastgesteld.
- (42)
Bepaalde in deze verordening beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures vereisen interventie van door de lidstaten bij de Commissie aangemelde conformiteitsbeoordelingsinstanties.
- (43)
Het is van belang dat alle aangemelde instanties hun werk op hetzelfde niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden uitoefenen. Hiertoe moeten verplichte eisen worden vastgesteld voor conformiteitsbeoordelingsinstanties die aangemeld willen worden omdat zij conformiteitsbeoordelingsdiensten willen verlenen.
- (44)
Indien een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan in geharmoniseerde normen vastgelegde criteria, dient deze instantie te worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige eisen van deze verordening.
- (45)
Om bij de conformiteitsbeoordeling van EU-bemestingsproducten een consistent kwaliteitsniveau te waarborgen, moeten ook voorschriften worden vastgesteld voor de aanmeldende autoriteiten en voor andere instanties die bij de beoordeling en aanmelding van en het toezicht op aangemelde instanties betrokken zijn.
- (46)
Het in deze verordening beschreven systeem moet worden aangevuld door het accreditatiesysteem van Verordening (EG) nr. 765/2008. Omdat accreditatie een essentieel middel is om te controleren of de conformiteitsbeoordelingsinstanties bekwaam zijn, dient accreditatie ook bij de aanmelding te worden gebruikt.
- (47)
Wegens de variabele aard van bepaalde bestanddelen van EU-bemestingsproducten en de mogelijk onomkeerbaarheid van bepaalde schade waartoe de blootstelling van bodem en gewassen aan onzuiverheden kan leiden, moet transparante accreditatie (zoals voorzien in Verordening (EG) nr. 765/2008), waarmee het nodige vertrouwen in conformiteitscertificaten voor EU-bemestingsproducten wordt gewaarborgd, het enige middel zijn om de technische bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties aan te tonen.
- (48)
Conformiteitsbeoordelingsinstanties besteden dikwijls een deel van hun taken uit aan onderaannemers of maken gebruik van een dochteronderneming. Om het beschermingsniveau te verzekeren dat nodig is voor EU-bemestingsproducten die in de handel worden gebracht, is het belangrijk dat onderaannemers en dochterondernemingen bij de uitvoering van conformiteitsbeoordelingstaken aan dezelfde eisen voldoen als de aangemelde instanties. Daarom is het van belang dat ook de activiteiten van onderaannemers en dochterondernemingen worden betrokken in de beoordeling van de bekwaamheid en de prestaties van instanties die worden aangemeld, alsook in het toezicht op reeds aangemelde instanties.
- (49)
Het is nodig te voorzien in een efficiënte en transparante aanmeldingsprocedure, en die met name aan te passen aan nieuwe technologie, opdat de aanmelding online kan worden verricht.
- (50)
Omdat de diensten van aangemelde instanties in een lidstaat betrekking kunnen hebben op EU-bemestingsproducten die op de gehele markt van de Unie worden aangeboden, moeten de andere lidstaten en de Commissie in staat worden gesteld bezwaar te maken tegen een aangemelde instantie. Daarom moet voorzien worden in een termijn waarbinnen twijfels of bedenkingen omtrent de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kunnen worden weggenomen alvorens zij als aangemelde instantie aan het werk gaan.
- (51)
Om de toegang tot de markt te vergemakkelijken, is het cruciaal dat de aangemelde instanties bij de toepassing van de conformiteitsbeoordelingsprocedures geen onnodige lasten creëren voor de marktdeelnemers. Om dezelfde reden en om gelijke behandeling van marktdeelnemers te waarborgen, moet worden gezorgd voor consistentie bij de technische uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsprocedures. Dit kan het best worden bereikt door passende coördinatie en samenwerking tussen de aangemelde instanties.
- (52)
Ter wille van de rechtszekerheid moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgestelde regels inzake toezicht op de interne markt en controle van producten die de interne markt binnenkomen, van toepassing zijn op EU-bemestingsproducten die onder deze verordening vallen. Deze verordening mag de lidstaten niet beletten te kiezen, welke autoriteiten voor de uitvoering van die taken bevoegd zijn.
- (53)
EU-bemestingsproducten mogen slechts in de handel worden gebracht indien zij voldoende effectief zijn en geen risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu inhouden indien zij naar behoren worden opgeslagen en worden gebruikt voor het beoogde doel of in redelijkerwijs voorspelbare omstandigheden, te weten een gebruik dat voortvloeit uit rechtmatig en gemakkelijk voorspelbaar menselijk gedrag.
- (54)
Verordening (EG) nr. 2003/2003 voorziet in een vrijwaringsprocedure die de Commissie in staat stelt te onderzoeken of een maatregel van een lidstaat tegen EG-meststoffen die worden geacht een risico in te houden, gerechtvaardigd is. Om de transparantie te vergroten en de behandelingstijd te verkorten, moet de bestaande vrijwaringsprocedure worden verbeterd teneinde de efficiëntie ervan te vergroten en gebruik te maken van de deskundigheid in de lidstaten.
- (55)
Het bestaande systeem moet worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over beoogde maatregelen ten aanzien van EU-bemestingsproducten die een risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu inhouden. Deze procedure moet markttoezichtautoriteiten ook in staat stellen om samen met de betrokken marktdeelnemers vroegtijdig tegen dergelijke EU-bemestingsproducten op te treden.
- (56)
De verplichtingen van markttoezichtautoriteiten uit hoofde van deze verordening om van marktdeelnemers te verlangen dat zij corrigerende maatregelen nemen, dienen alleen van toepassing te zijn op bemestingsproducten met CE-markering wanneer zij op de markt worden aangeboden. Die verplichtingen mogen derhalve geen afbreuk doen aan enige uit hoofde van nationaal recht bestaande mogelijkheid voor de marktdeelnemers om de CE-markering te verwijderen en om het product rechtmatig in de handel te brengen als een product dat niet onder het toepassingsgebied van deze verordening valt.
- (57)
Ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de aanpassing aan de technische vooruitgang, met name op het gebied van de productie van bemestingsproducten uit dierlijke bijproducten en op het gebied van de nuttige toepassing van afval, alsook in de landbouwsector en de agrovoedingsmiddelenindustrie.
- (58)
Op het gebied van recycling van afvalstoffen wordt veelbelovende technische vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld recycling van fosfor uit zuiveringsslib en de productie van bemestingsproducten op basis van dierlijke bijproducten, zoals biochar. Wanneer de productieprocessen wetenschappelijk geanalyseerd zijn en er op Unieniveau procesvoorschriften zijn vastgesteld, moeten producten die dergelijke materialen bevatten of eruit bestaan, zonder onnodige vertraging toegang krijgen tot de interne markt. Daartoe moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ter omschrijving en invoering van bijkomende bestanddelen die in aanmerking komen voor gebruik in de productie van EU-bemestingsproducten en van de overeenkomstige grenswaarden voor contaminanten in dergelijke producten. Die bevoegdheidsoverdracht dient slechts van toepassing zijn voor zover gerechtvaardigd door technische vooruitgang vastgesteld ná de vaststelling van deze verordening en kan niet worden gebruikt voor de wijziging van enig element van deze verordening indien nieuw bewijsmateriaal voor dergelijke vooruitgang ontbreekt. Teneinde bij de invoering van nieuwe grenswaarden voor contaminanten in EU-bemestingsproducten ten volle rekening te houden met de directe en indirecte gevolgen voor de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders en voor het milieu, dienen de wetenschappelijke adviezen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, het Europees Agentschap voor chemische stoffen of het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie, naargelang het geval, in aanmerking te worden genomen alvorens nieuwe grenswaarden voor contaminanten vast te stellen. Wat betreft afgeleide producten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 mogen de bestanddelencategorieën slechts worden uitgebreid of mogen er slechts bestanddelencategorieën worden toegevoegd voor zover een eindpunt in de productieketen is vastgesteld overeenkomstig de procedures van die verordening, aangezien afgeleide producten waarvoor geen eindpunt is vastgesteld, in elk geval van het toepassingsgebied van deze verordening zijn uitgesloten.
- (59)
Aangezien micro-organismen niet onderworpen zijn aan registratie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 of aan enige andere horizontale Uniewetgeving die voorschrijft dat fabrikanten de veiligheid van het voorgenomen gebruik moeten aantonen, mogen zij slechts als bestanddeel van een EU-bemestingsproduct in aanmerking komen indien zij duidelijk zijn geïdentificeerd, er gegevens voorhanden zijn waaruit blijkt dat het gebruik ervan veilig is en zij op die grondslag in een limitatieve lijst zijn opgenomen. De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van het toevoegen op dezelfde grondslag van nieuwe micro-organismen aan die limitatieve lijst moet aan de Commissie worden overgedragen.
- (60)
Een EU-bemestingsproduct kan naast nutriëntenpolymeren ook andere polymeren bevatten. Dit moet echter beperkt blijven tot gevallen waarin de polymeer tot doel heeft de afgifte van nutriënten te reguleren of de vochtopnamecapaciteit of bevochtigbaarheid van het EU-bemestingsproduct te verhogen. Het moet mogelijk zijn innovatieve producten die dergelijke polymeren bevatten, toe te laten op de interne markt. Om de risico's die andere polymeren dan nutriëntenpolymeren zouden kunnen inhouden voor de menselijke gezondheid, de veiligheid en het milieu, tot een minimum te beperken, moet worden voorzien in criteria voor de biologische afbreekbaarheid ervan zodat deze polymeren geschikt zijn voor fysische en biologische afbraak. Daartoe dient aan de Commissie de bevoegdheid te worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ter bepaling van de criteria voor de omzetting van koolstofpolymeren in koolstofdioxide en van een gerelateerde testmethode. Polymeren die niet aan die criteria voldoen, dienen na een overgangsperiode te worden verboden.
- (61)
Bovendien moet het mogelijk zijn om onmiddellijk te reageren op nieuwwetenschappelijk bewijs en op nieuwe risicobeoordelingen betreffende de gezondheid van mensen, dieren of planten, betreffende de veiligheid of betreffende het milieu. Daartoe moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om de eisen die van toepassing zijn op de verschillende categorieën van EU-bemestingsproducten, te wijzigen.
- (62)
Bij het vaststellen van gedelegeerde handelingen krachtens deze verordening is het van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(27). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
- (63)
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden tot vaststelling van handelingen worden toegekend om te bepalen of maatregelen van lidstaten met betrekking tot niet-conforme EU-bemestingsproducten al dan niet gerechtvaardigd zijn. Aangezien die handelingen betrekking zullen hebben op de vraag of nationale maatregelen gerechtvaardigd zijn, hoeven zij niet te worden gecontroleerd door de lidstaten.
- (64)
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie ook andere uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (28).
- (65)
De raadplegingsprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen om de aanmeldende lidstaat te verplichten de nodige corrigerende maatregelen te nemen ten aanzien van aangemelde instanties die niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoen.
- (66)
De onderzoeksprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen ten aanzien van de vaststelling in gemeenschappelijke specificaties van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van de vereisten van deze verordening en tests voor het verifiëren van de conformiteit van EU-bemestingsproducten indien er geen geharmoniseerde normen zijn vastgesteld, of indien de geharmoniseerde normen niet voldoen aan de eisen van deze verordening, of indien er sprake is van onnodige vertraging bij de vaststelling of bijwerking van die normen; ten aanzien van de wijziging of intrekking van gemeenschappelijke specificaties indien niet-naleving wat betreft EU-bemestingsproducten kan worden toegeschreven aan tekortkomingen in die gemeenschappelijke specificaties; en ten aanzien van het bepalen of een nationale maatregel inzake een EU-bemestingsproduct dat conform is met deze verordening maar een risico inhoudt voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, al dan niet gerechtvaardigd is.
- (67)
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij wordt bepaald of een nationale maatregel inzake een EU-bemestingsproduct dat conform is met deze verordening maar een risico inhoudt al dan niet gerechtvaardigd is indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met de bescherming van de gezondheid van mensen, dieren of planten, de veiligheid of het milieu, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
- (68)
De lidstaten moeten regels voor sancties wegens overtredingen van deze verordening vaststellen en erop toezien dat die worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
- (69)
Aangezien een hoog niveau van milieubescherming moet worden gewaarborgd en rekening moet worden gehouden met nieuwe, op wetenschappelijke gegevens gebaseerde ontwikkelingen, moet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voorleggen dat voorziet in een evaluatie van de grenswaarden voor het gehalte aan cadmium.
- (70)
Er moet een overgangsregeling worden vastgesteld opdat EG-meststoffen die vóór de datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2003/2003 in de handel zijn gebracht, op de markt kunnen worden aangeboden zonder dat zij aan nadere productvereisten hoeven te voldoen. Distributeurs moeten derhalve EG-meststoffen kunnen leveren die vóór de toepassingsdatum van deze verordening in de handel zijn gebracht, te weten voorraden die zich reeds in de distributieketen bevinden.
- (71)
Marktdeelnemers moeten voldoende tijd krijgen om aan de verplichtingen van deze verordening te voldoen, en de lidstaten moeten voldoende tijd krijgen om de nodige administratieve infrastructuur voor de toepassing van deze verordening in te richten. De toepassing van deze verordening moet derhalve worden uitgesteld tot een datum waarop redelijkerwijs kan worden verwacht dat die voorbereidingen voltooid zijn.
- (72)
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van de goede werking van de interne markt en er tegelijkertijd voor zorgen dat EU-bemestingsproducten die zich op de markt bevinden, voldoen aan de eisen die moeten zorgen voor een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, de veiligheid en het milieu, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 389 van 21.10.2016, blz. 80.
Standpunt van het Europees Parlement van 27 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 mei 2019.
Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 6).
Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).
Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1).
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).
Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).
Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PB L 344 van 17.12.2016, blz. 1).
Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).