Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs, enz. (aanpassingen op het gebied van de doorstroom van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en wijziging van de stelselinrichting van doorstroomtoetsen en toetsen verbonden aan leerling- en onderwijsvolgsystemen in het basisonderwijs)
Artikel XIII Overgangsrecht Wet CvTE en Wet SLOA 2013
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
18-04-2024, Stb. 2024, 109 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken: 36478)
- Inwerkingtreding
01-05-2024, terugwerkend tot: 01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2024, Stb. 2024, 109 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken: 36478)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
Onderwijsrecht / (Voortgezet) speciaal onderwijs
1.
Artikel 2, zesde lid, van de Wet college voor toetsen en examens en artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013, zoals deze artikelen luidden op de dag voor inwerkingtreding van artikelen VIII en IX van deze wet, blijven voor zover het betreft het aanbieden van de centrale eindtoets, bedoeld in de artikelen 9b van de Wet op het primair onderwijs en 18b van de Wet op de expertisecentra, van toepassing in het schooljaar waarin de artikelen VIII en IX van deze wet in werking zijn getreden.
2.
Andere eindtoetsen die op grond van artikel 9b, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, achtste lid, van de Wet op de expertisecentra, zoals deze artikelen luidden op de dag voor inwerkingtreding van de artikelen I en III van deze wet, door Onze Minister zijn toegelaten en waarvan de periode van toelating loopt tot na de inwerkingtreding van de artikelen I en III van deze wet, worden geacht erkend te zijn op grond van artikel 3a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet College voor toetsen en examens.
3.
Toetsen die voldoen aan het kwaliteitsoordeel van een door Onze Minister aangewezen onafhankelijke commissie, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 11, achtste lid, van de Wet op de expertisecentra, zoals deze artikelen luidden op de dag voor inwerkingtreding van de artikelen I en III van deze wet, worden tot tien jaar na afgifte van het kwaliteitsoordeel geacht erkend te zijn op grond van artikel 3a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet College voor toetsen en examens.