Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 387 [Verval van oproeping door schikking. Intrekking]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2008
- Redactionele toelichting
In strafzaken waarin voor het in werking treden van art. II, onderdelen O t/m R, art. III, IV en VI van de Wet OM-afdoening voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging zijn gesteld overeenkomstig de art. 74 en 74c van het Wetboekd van Strafrecht, de art. 36 en 37 van de Wet op de economische delicten, art. 76 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen respectievelijk art. 85 van de Waterschapswet, blijft dit artikel van toepassing zoals dit luidde voor het in werking treden van het desbetreffende onderdeel van de Wet OM-afdoening. Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet OM-afdoening (07-07-2006, Stb. 330).
- Bronpublicatie:
26-04-2007, Stb. 2007, 160 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30961)
- Inwerkingtreding
01-02-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Stb. 2008, 4 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
De officier van justitie kan voor de aanvang van de terechtzitting aan de verdachte schriftelijk of mondeling mededeling doen van de intrekking van de oproeping.