Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 3a.3 [Gedragscode]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2020
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 391 (uitgifte: 21-10-2020, kamerstukken: 35361)
- Inwerkingtreding
01-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2020, Stb. 2020, 391 (uitgifte: 21-10-2020, kamerstukken: 35361)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
Een aanbieder van een videoplatform heeft een gedragscode die maatregelen voorschrijft als bedoeld in artikel 28ter, eerste lid, en tweede lid, tweede en vierde alinea, van de Europese richtlijn, en past deze gedragscode en maatregelen op dit videoplatform toe.
2.
De gedragscode, bedoeld in het eerste lid, omvat daartoe naargelang het geval de maatregelen als genoemd in artikel 28ter, derde lid, van de Europese richtlijn.
3.
De gedragscode, bedoeld in eerste lid, bevat duidelijke en ondubbelzinnige doelstellingen en voorziet in:
- a.
regelmatige, transparante en onafhankelijke toezicht- en evaluatiemaatregelen ten aanzien van de mate waarin de doelstellingen worden bereikt; en
- b.
doeltreffende handhaving, met inbegrip van doeltreffende en evenredige sancties.
4.
De aanbieder van een videoplatform zorgt ervoor dat de gedragscode voldoende draagvlak heeft onder de belangrijkste betrokkenen.