Einde inhoudsopgave
Wet gemeenschappelijke regelingen
Artikel 63 [Bevoegdheden gemeenten en waterschappen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
09-07-2014, Stb. 2014, 306 (uitgifte: 12-08-2014, kamerstukken: 33597)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2014, Stb. 2014, 466 (uitgifte: 04-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Bestuur
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Aan het bestuur van het openbaar lichaam of van de bedrijfsvoeringsorganisatie of aan het gemeenschappelijk orgaan kunnen bij de regeling ten aanzien van de belangen ter behartiging waarvan zij wordt getroffen en voor het gebied waarvoor zij geldt, zodanige bevoegdheden van regeling en bestuur worden overgedragen als aan de besturen van de deelnemende gemeenten en waterschappen toekomen, met dien verstande dat:
- a.
aan het bestuur van het openbaar lichaam niet de bevoegdheid kan worden overgedragen andere belastingen te heffen dan de rioolheffing, bedoeld in artikel 228a van de Gemeentewet en de rechten, bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, van de Gemeentewet en in artikel 115 van de Waterschapswet en de rechten waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten geschiedt;
- b.
aan het gemeenschappelijk orgaan of de bedrijfsvoeringsorganisatie niet de bevoegdheid kan worden overgedragen belastingen te heffen of anderszins algemeen verbindende voorschriften te geven.
2.
Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid wordt daarbij tevens de verhouding van de overgedragen bevoegdheden tot die van de besturen van de deelnemende gemeenten en waterschappen geregeld.
3.
Voor zover een verordening van het openbaar lichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemende gemeente of van een deelnemend waterschap, regelt eerstbedoelde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen, dat de verordening van de gemeente of van het waterschap voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.