Einde inhoudsopgave
Wet belasting zware motorrijtuigen
Artikel 10 [Het tarief]
Geldend
Geldend van 01-01-2020 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 506 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35029)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 506 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35029)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van zware motorrijtuigen
1.
Het tarief bedraagt voor een tijdvak van één jaar voor motorrijtuigen:
- a.
met drie assen of minder en in de categorie:
1°. EURO 0
€ 1.407
2°. EURO I
€ 1.223
3°. EURO II
€ 1.065
4°. EURO III
€ 926
5°. EURO IV
€ 842
6°. EURO V
€ 796
7°. EURO VI en schoner
€ 750
- b.
met vier assen of meer en in de categorie:
1°. EURO 0
€ 2.359
2°. EURO I
€ 2.042
3°. EURO II
€ 1.776
4°. EURO III
€ 1.543
5°. EURO IV
€ 1.404
6°. EURO V
€ 1.327
7°. EURO VI en schoner
€ 1.250
2.
Het tarief bedraagt voor een tijdvak van één maand voor motorrijtuigen:
- a.
met drie assen of minder en in de categorie:
1°. EURO 0
€ 140
2°. EURO I
€ 122
3°. EURO II
€ 106
4°. EURO III
€ 92
5°. EURO IV
€ 84
6°. EURO V
€ 79
7°. EURO VI en schoner
€ 75
- b.
met vier assen of meer en in de categorie:
1°. EURO 0
€ 235
2°. EURO I
€ 204
3°. EURO II
€ 177
4°. EURO III
€ 154
5°. EURO IV
€ 140
6°. EURO V
€ 132
7°. EURO VI en schoner
€ 125
3.
Het tarief bedraagt voor een tijdvak van één week voor motorrijtuigen:
- a.
met drie assen of minder en in de categorie:
1°. EURO 0
€ 37
2°. EURO I
€ 32
3°. EURO II
€ 28
4°. EURO III
€ 24
5°. EURO IV
€ 22
6°. EURO V
€ 21
7°. EURO VI en schoner
€ 20
- b.
met vier assen of meer en in de categorie:
1°. EURO 0
€ 62
2°. EURO I
€ 54
3°. EURO II
€ 47
4°. EURO III
€ 41
5°. EURO IV
€ 37
6°. EURO V
€ 35
7°. EURO VI en schoner
€ 33
4.
Het tarief bedraagt voor een tijdvak van één dag: € 12.
5.
Onder het aantal assen van een motorrijtuig wordt verstaan het aantal assen van het motorrijtuig tezamen met het aantal assen van een met dat motorrijtuig verbonden voertuig, niet zijnde een motorrijtuig.
6.
Indien de Euronorm van een motorrijtuig niet is geregistreerd, wordt voor de bepaling van de Euronorm uitgegaan van de datum van eerste toelating van dit motorrijtuig zoals vermeld in het kentekenregister.
7.
Het motorrijtuig waarvan ten aanzien van de Euronorm geen aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs aanwezig is, wordt voor de toepassing van het eerste, tweede en derde lid aangemerkt als:
- a.
EURO 0 – motorrijtuig wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer voor 1 juli 1992 ligt;
- b.
EURO I – motorrijtuig wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer na 30 juni 1992 maar voor 1 oktober 1995 ligt;
- c.
EURO II – motorrijtuig wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer na 30 september 1995 maar voor 1 oktober 2000 ligt;
- d.
EURO III – motorrijtuig wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer na 30 september 2000 maar voor 1 oktober 2005 ligt;
- e.
EURO IV – motorrijtuig wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer na 30 september 2005 maar voor 1 oktober 2008 ligt;
- f.
EURO V – motorrijtuig wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer na 30 september 2008 maar voor 1 januari 2013 ligt;
- g.
EURO VI – motorrijtuig en schoner wanneer blijkens de aantekening in het kentekenregister of op het kentekenbewijs de datum voor de eerste toelating tot het verkeer na 31 december 2012 ligt.