Einde inhoudsopgave
Mededeling 2022/C 414/01 van de Commissie Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie
1.2 Onder het steunkader vallende steunmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 28-10-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
28-10-2022, PbEU 2022, C 414 (uitgifte: 28-10-2022, regelingnummer: 2022/C 414/01)
- Inwerkingtreding
28-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2022, PbEU 2022, C 414 (uitgifte: 28-10-2022, regelingnummer: 2022/C 414/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
13
De Commissie heeft een aantal O&O&I-maatregelen vastgesteld die, onder specifieke voorwaarden, verenigbaar kunnen worden verklaard met de interne markt:
- (a)
steun voor O&O-projecten, wanneer het gesteunde deel van het onderzoeksproject volledig binnen de categorieën fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek valt, waarbij die laatste categorie kan worden opgesplitst in industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling (1). Dit soort steun is vooral toegespitst op marktfalen in verband met positieve externaliteiten (kennisspillover), maar kan ook marktfalen aanpakken dat het gevolg is van imperfecte en asymmetrische informatie of (vooral in het geval van samenwerkingsprojecten) falende coördinatie;
- (b)
steun voor haalbaarheidsstudies in verband met O&O-projecten: steun die marktfalen helpt weg te werken dat in de eerste plaats verband houdt met imperfecte en asymmetrische informatie;
- (c)
steun voor de bouw of het upgraden van onderzoeksinfrastructuur: steun waarmee vooral marktfalen wordt aangepakt dat het gevolg is van coördinatieproblemen, maar ook van imperfecte en asymmetrische informatie. Hoogkwalitatieve onderzoeksinfrastructuur is in toenemende mate noodzakelijk voor baanbrekend onderzoek, omdat daarmee internationaal talent wordt aangetrokken, en is van wezenlijk belang voor bijvoorbeeld nieuwe informatie- en communicatietechnologie (ICT) en sleuteltechnologieën (2). Hoge initiële investeringskosten voor de verwerving van geavanceerde wetenschappelijke faciliteiten en apparatuur die worden gebruikt voor onderzoeksactiviteiten in een vroeg stadium, hoofdzakelijk door de wetenschappelijke gemeenschap, maken het vaak onmogelijk om de nodige financiering op de markt te vinden;
- (d)
steun voor het bouwen en upgraden van test- en experimenteerinfrastructuur biedt vooral een oplossing voor marktfalen als gevolg van imperfecte en asymmetrische informatie of van coördinatiefalen. Voor het bouwen of upgraden van test- en experimenteerinfrastructuur volgens de huidige stand van de techniek zijn hoge initiële investeringskosten nodig, die, in combinatie met een onzeker klantenbestand, de toegang tot financiering moeilijk kunnen maken; toegang tot door de overheid gefinancierde test- en experimenteerinfrastructuur moet op transparante en niet-discriminerende wijze en op marktvoorwaarden worden toegekend aan meerdere gebruikers. Om de toegang van gebruikers tot test- en experimenteerinfrastructuur te vergemakkelijken, kunnen de gebruikersvergoedingen worden verlaagd met inachtneming van andere bepalingen van dit kader of van Verordening (EU) nr. 651/2014(3) of de de-minimisverordening(4).
- (e)
steun voor innovatieactiviteiten: steun die vooral is toegespitst op marktfalen in verband met positieve externaliteiten (kennisspillover), coördinatieproblemen en, in mindere mate, asymmetrische informatie. In het geval van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) kan dit soort innovatiesteun worden toegekend voor het verkrijgen, valideren en verdedigen van octrooien en andere immateriële activa, voor het uitlenen van hooggekwalificeerd personeel en voor het inkopen van diensten inzake innovatieadvies en innovatieondersteuning, die bijvoorbeeld worden verleend door organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding, onderzoeksinfrastructuren, test- en experimenteerinfrastructuur of innovatieclusters.
- (f)
steun voor proces- en organisatie-innovatie, die vooral is toegespitst op marktfalen in verband met positieve externaliteiten (kennisspillover), coördinatieproblemen en, in mindere mate, asymmetrische informatie. Deze steunmaatregelen kunnen voornamelijk aan kmo's worden toegekend. Steun aan grote ondernemingen is alleen verenigbaar indien zij bij de gesteunde activiteit daadwerkelijk met ten minste één kmo samenwerken.
- (g)
steun voor innovatieclusters: steun die bedoeld is om marktfalen te verhelpen in geval van coördinatieproblemen die de ontwikkeling van clusters in de weg staan en de wisselwerking en kennisstromen binnen en tussen clusters beperken. Staatssteun zou dit probleem kunnen helpen op te lossen, in de eerste plaats door investeringen in open en gedeelde infrastructuur voor innovatieclusters te ondersteunen, en ten tweede door de exploitatie van clusters aan te moedigen met het oog op de verbetering van samenwerking, netwerking en kennis. Exploitatiesteun voor clusters moet door de lidstaat naar behoren worden gemotiveerd, met name wanneer deze meer dan tien jaar bedraagt. De vergoedingen voor het gebruik van de faciliteiten van de innovatiecluster en voor de deelname aan de activiteiten van de innovatiecluster moeten overeenstemmen met de marktprijs of moeten een afspiegeling zijn van de kosten daarvan (met inbegrip van een redelijke marge). Om het gebruik van de faciliteiten van de innovatiecluster of de deelname aan de activiteiten ervan te bevorderen, kan toegang tegen verlaagde prijzen worden geboden in overeenstemming met andere bepalingen van dit kader of van Verordening (EU) nr. 651/2014(5) of van de de-minimisverordening(6) die van toepassing zijn voor de gebruikers van de door de innovatiecluster verstrekte diensten.
14
15
In dit steunkader worden de criteria uiteengezet voor de verenigbaarheid van O&O&I-steunregelingen en individuele steun waarvoor de aanmeldingsverplichting geldt en die moeten worden getoetst aan artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag (8).
Voetnoten
De Commissie acht het zinvol om verschillende categorieën O&O-activiteiten te handhaven, ongeacht of deze activiteiten op een interactief model dan wel op een lineair model zijn gebaseerd.
Sleuteltechnologieën (‘Key Enabling Technologies’) in de zin van en genoemd in de mededeling van de Commissie, ‘Een Europese strategie voor sleuteltechnologieën — een brug naar groei en banen’, COM(2012) 341 final van 26 juni 2012.
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1);
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1);
Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 1), als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1911 van de Raad van 26 november 2018 (PB L 311 van 7.12.2018, blz. 8).
De criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid met de interne markt van staatssteun ter bevordering van de verwezenlijking van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang, met inbegrip van O&O&I-steun die aan artikel 107, lid 3, punt b), van het Verdrag wordt getoetst, zijn vastgesteld in een afzonderlijke mededeling van de Commissie.