Einde inhoudsopgave
Warenwetregeling doorberekening kosten
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20619 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: 3847533-1067526- WJZ)
- Inwerkingtreding
01-07-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20619 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: 3847533-1067526- WJZ)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De minister berekent aan de exploitant of de eigenaar van de inrichting, dan wel degene die de producten ten tijde van de controle onder zijn hoede had, de kosten door voor een aanvullende officiële controle.
2.
De kosten voor een digitale of schriftelijke aanvullende officiële controle bedragen € 109,25.
3.
De kosten voor een aanvullende officiële controle bedragen voor iedere medewerker:
- a.
€ 74,47 starttarief; en
- b.
een bedrag van € 36,95 per kwartier dat aan de inspectiewerkzaamheden door een medewerker van de NVWA is besteed.
4.
Het starttarief, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, wordt niet in rekening gebracht indien de aanvullende officiële controle plaatsvindt op internet of via sociale media.
5.
De kosten, bedoeld in het derde lid, worden verhoogd met € 36,95 administratiekosten.
6.
In afwijking van het vijfde lid worden de kosten, bedoeld in het derde lid, vermeerderd met:
- a.
€ 73,90 administratiekosten indien een interventie plaatsvindt; of
- b.
€ 369,50 administratiekosten indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon eerder drie maal is beboet voor een vergelijkbare overtreding en er nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boetes onherroepelijk zijn geworden of indien de aanvullende officiële controle plaatsvindt bij een bedrijf waar de NVWA eerder met spoed heeft ingegrepen in het proces in verband met risico’s voor de volksgezondheid.
7.
De kosten, bedoeld in het derde lid, worden bij bemonstering en laboratoriumonderzoek vermeerderd met:
- a.
een bedrag van € 36,95 per kwartier dat aan de bemonsteringswerkzaamheden door een medewerker van de NVWA is besteed; en
- b.
een bedrag van € 89,83 voor het laboratoriumonderzoek.
8.
De kosten voor een aanvullende officiële bemonstering bedragen voor iedere medewerker:
- a.
€ 74,47 starttarief;
- b.
een bedrag van € 36,95 per kwartier dat aan de bemonsteringswerkzaamheden door een medewerker van de NVWA is besteed;
- c.
een bedrag van € 89,83 voor het laboratoriumonderzoek.
- d.
€ 36,95 administratiekosten.
9.
In afwijking van het tweede tot en met achtste lid bedragen de kosten voor een aanvullende officiële controle bij een inrichting als bedoeld in artikel 4 van verordening (EG) 853/2004 en waarvoor bijlage III, secties IX en X, van die verordening voorschriften bevat:
- a.
€ 110,31 starttarief;
- b.
een bedrag van € 27,58 per kwartier dat aan de werkzaamheden is besteed door de persoon die met de werkzaamheden is belast; en
- c.
€ 76,23 administratiekosten.
10.
In afwijking van het derde tot en met achtste lid bedragen de kosten voor een aanvullende officiële controle in een erkend bedrijf voor iedere medewerker van de NVWA:
- a.
€ 248,60 starttarief; en
- b.
€ 44,64 per kwartier dat aan de inspectiewerkzaamheden door deze medewerker van de NVWA is besteed.
11.
De kosten, bedoeld in het tiende lid, worden vermeerderd met een in de tweede kolom van bijlage I genoemd bedrag aan administratiekosten, waarbij het verschuldigde bedrag afhankelijk is van de inspectietijd, zoals opgenomen in de eerste kolom van die bijlage.
12.
In afwijking van het derde tot en met achtste lid en tiende lid bedragen de kosten voor een aanvullende officiële controle bij een veehouder, voor zover deze controle betrekking heeft op de naleving van artikel 4, eerste lid, en bijlage I, deel A, van verordening (EG) 852/2004, voor iedere medewerker van de NVWA:
- a.
€ 196,28 starttarief; en
- b.
€ 38,97 per kwartier dan aan de inspectiewerkzaamheden door deze medewerker van de NVWA is besteed.
13.
De kosten, bedoeld in het twaalfde lid, worden vermeerderd met een in de tweede kolom van bijlage IV genoemd bedrag aan administratiekosten, waarbij het verschuldigde bedrag afhankelijk is van de inspectietijd, zoals opgenomen in de eerste kolom van die bijlage.
14.
Indien het beoordelen van een studie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PbEU 2005, L 338) onderdeel uitmaakt van een aanvullende officiële controle, en voor die beoordeling naast de inspectiewerkzaamheden, bedoeld in het derde lid, onderdeel b, werkzaamheden door een medewerker van de NVWA worden verricht, worden de kosten daarvan, in aanvulling op het derde lid, doorberekend.
15.
De kosten, bedoeld in het veertiende lid, bedragen bij erkende bedrijven:
- a.
€ 325,88 per beoordeling van een studie per product of productgroep, voor de eerste twee beoordelingen; en
- b.
€ 130,35 per beoordeling van een studie per product of productgroep, vanaf de derde beoordeling.
16.
In afwijking van het vijftiende lid bedragen de kosten, bedoeld in het veertiende lid, bij een geregistreerd bedrijf:
- a.
€ 369,51 per beoordeling van een studie per product of productgroep, voor de eerste twee beoordelingen; en
- b.
€ 147,80 per beoordeling van een studie per product of productgroep, vanaf de derde beoordeling.
17.
Dit artikel is niet van toepassing op een periodieke controle in een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 9, eerste lid.