Einde inhoudsopgave
Wet waardering onroerende zaken
Artikel 28 [Beschikking medebelanghebbende]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2015
- Bronpublicatie:
28-03-2013, Stb. 2013, 129 (uitgifte: 11-04-2013, kamerstukken: 33462)
- Inwerkingtreding
01-10-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-09-2015, Stb. 2015, 336 (uitgifte: 24-09-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
1.
Ten aanzien van degene die aannemelijk maakt belang te hebben bij de vastgestelde waarde van een onroerende zaak ingevolge de artikelen 22, eerste lid, 26, eerste lid, dan wel artikel 27, eerste lid, en aan wie niet op de voet van de artikelen 24, derde tot en met zesde en achtste lid, 26, vierde lid, dan wel 27, derde lid, de beschikking ter zake is toegezonden, neemt de in artikel 1, tweede lid, bedoelde gemeenteambtenaar binnen acht weken na een daartoe gedaan verzoek een voor bezwaar vatbare beschikking als bedoeld in artikel 22, eerste lid, artikel 26, eerste lid, dan wel artikel 27, eerste lid. Van een belang is sprake als het waardegegeven op grond van een wettelijk voorschrift wordt gebruikt, en de belanghebbende door dit gebruik in zijn individuele belang kan worden geraakt.
2.
De ingevolge het eerste lid genomen beschikking treedt in de plaats van de in de artikelen 22, eerste lid, 26, eerste lid, dan wel artikel 27, eerste lid, bedoelde beschikking met ingang van het in het eerste lid bedoelde verzoek aan te geven tijdstip, met dien verstande dat dit tijdstip niet eerder kan zijn gelegen dan bij het begin van het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin dat verzoek is gedaan.
3.
De beschikking bevat de in artikel 23 bedoelde gegevens, alsmede een vermelding van het in het tweede lid bedoelde tijdstip.
4.
De bekendmaking van de beschikking geschiedt door toezending aan degene te wiens aanzien zij is genomen.