Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1982
- Bronpublicatie:
19-09-1979, Trb. 1980, 60 (uitgifte: 06-05-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-1982, Trb. 1982, 28 (uitgifte: 11-03-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Verdrag van 19 september 1979
Preambule
De Lid-Staten van de Raad van Europa en de andere ondertekenaars van dit Verdrag,
Overwegende dat het doel van de Raad van Europa is het tot stand brengen van een grotere eenheid tussen zijn leden;
Overwegende dat het de wil van de Raad van Europa is samen te werken met andere Staten op het gebied van het behoud van de natuur;
Erkennende dat de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten een natuurlijk erfgoed vormen van esthetische, wetenschappelijke, culturele, recreatieve, economische en intrinsieke waarde, en dat het van belang is dit natuurlijke erfgoed te beschermen en door te geven aan de komende generaties;
Erkennende de essentiële rol van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten bij de instandhouding van het biologisch evenwicht;
Vaststellende dat tal van in het wild voorkomende dier- en plantesoorten steeds minder voorkomen en dat sommige hiervan met uitsterven worden bedreigd;
Zich ervan bewust dat het in stand houden van de natuurlijke leefmilieus een van de wezenlijke bestanddelen is van de bescherming en het behoud van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten;
Erkennende dat met de instandhouding van de in het wild voorkomende dier- en plantesoorten rekening dient te worden gehouden door de Regeringen bij hun nationale doelstellingen en programma's en dat een vorm van internationale samenwerking tot stand dient te worden gebracht in het bijzonder om de trekkende diersoorten te behouden;
Zich bewust zijnde van de vele verzoeken om gemeenschappelijk optreden van Regeringen of internationale instanties, met name de verzoeken van de Conferentie van de Verenigde Naties over het leefmilieu van 1972 en van de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa;
Verlangende in het bijzonder om, op het gebied van de instandhouding van het leven in het wild, de aanbevelingen op te volgen die zijn vervat in Resolutie nr. 2 van de Tweede Europese Ministers Conferentie inzake het Leefmilieu,
Zijn overeengekomen als volgt:
Verdragpartijgroep