Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.9.10 Verplichtingen subsidieontvanger
Geldend
Geldend van 04-05-2022 tot 31-12-2025
- Bronpublicatie:
22-04-2022, Stcrt. 2022, 11784 (uitgifte: 03-05-2022, regelingnummer: WJZ/ 21213913)
- Inwerkingtreding
04-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-2022, Stcrt. 2022, 11784 (uitgifte: 03-05-2022, regelingnummer: WJZ/ 21213913)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onverminderd artikel 2.9, vierde lid, neemt de subsidieontvanger in het projectplan op:
- a)
een beschrijving van de huidige situatie in de keten, waaronder een beschrijving bij de partners van het betreffende samenwerkingsverband met betrekking tot het houden van kalveren en vermarkten van de producten uit de kalverhouderij;
- b)
een beschrijving van de beoogde maatregelen die op effectieve en efficiënte wijze kunnen bijdragen aan het behalen van een van de vormen van samenwerking, bedoeld in 4.9.2[lees: artikel 4.9.2], tweede lid;
- c)
de verwachte concrete resultaten van de maatregelen, bedoeld in onderdeel b, waaronder een uitwerking van het verwachte effect op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn van het vleeskalf en het verwachte verdienmodel en schaalbaarheid van dit samenwerkingsverband;
- d)
een beschrijving van de rol en de taken van de bij de uitvoering van het projectplan betrokken partijen waaronder de verdeling van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen van de deelnemers;
- e)
(een inschatting van) de risico’s, randvoorwaarden en de negatieve (neven)omgevingseffecten op andere actoren binnen of buiten het projectgebied of sector;
- f)
de uitvoering en realisatietermijn waarbij per te onderscheiden fase van de projectactiviteit een start- en einddatum wordt benoemd;
- g)
de verwachte bijdrage aan de selectiecriteria, bedoeld in artikel 4.9.9, eerste lid;
- h)
de verwachte bijdrage aan kennisverspreiding waaronder een communicatieplan waarbij de activiteiten worden beschreven, op welke wijze de kalverketen wordt betrokken en welke netwerken worden ingezet;
- i)
een financieringsplan;
- j)
monitoring van en gegevensverzameling over de uitvoering en opbrengsten van de proefprojecten met betrekking tot verdienmodellen en schaalbaarheid;
- k)
een opgave van de verwachtte netto inkomsten van het project.
2.
Het projectplan wordt opgesteld overeenkomstig een door de Minister ter beschikking gesteld model.
3.
De subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteit openbaar via het EIP-netwerk, bedoeld in artikel 53 van verordening 1305/2013, en andere geëigende netwerken.
4.
De penvoerder van een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 4.9.3, dient uiterlijk een jaar na subsidieverlening een tussenrapportage in bij de Minister. Deze tussenrapportage bevat een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en de behaalde deelresultaten.
5.
De subsidieontvanger verleent gedurende ten hoogste vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de effecten van de door hem uitgevoerde activiteiten, bedoeld in artikel 4.9.2, eerste lid, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem verlangd kan worden.
6.
De subsidieontvanger voldoet aan artikel 80 van Verordening 1305/2013.
7.
De in het samenwerkingsverband samenwerkende partijen werken mee aan een door de Minister voorgeschreven wijze van monitoring met betrekking tot de gezondheid en het welzijn van kalveren.