Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Denemarken tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting
Artikel 24 Werkzaamheden buitengaats
Geldend
Geldend vanaf 06-03-1998
- Bronpublicatie:
01-07-1996, Trb. 1996, 276 (uitgifte: 09-10-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-03-1998, Trb. 1998, 57 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Ingeval werkzaamheden door dit artikel worden bestreken, vinden de bepalingen van dit artikel toepassing, niettegenstaande enigerlei andere bepalingen van dit Verdrag. Dit artikel vindt echter geen toepassing indien werkzaamheden buitengaats van een persoon voor die persoon een vaste inrichting vormen ingevolge de bepalingen van artikel 5 of een vast middelpunt ingevolge de bepalingen van artikel 14.
2.
In dit artikel betekent de uitdrukking ‘werkzaamheden buitengaats’ werkzaamheden die buitengaats worden verricht in verband met de exploratie of exploitatie van de in een van de Staten gelegen zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen.
3.
Een onderneming van een van de Staten die in de andere Staat werkzaamheden buitengaats verricht, wordt onverminderd het vierde lid van dit artikel geacht ter zake van die werkzaamheden in die andere Staat een bedrijf uit te oefenen door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, tenzij de desbetreffende werkzaamheden buitengaats in de andere Staat worden verricht gedurende een tijdvak of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden een totaal van 30 dagen niet te boven gaan.
Voor de toepassing van dit lid wordt:
- a.
indien een onderneming die in de andere Staat werkzaamheden buitengaats verricht en die is gelieerd aan een andere onderneming, welke andere onderneming als onderdeel van hetzelfde project dezelfde werkzaamheden buitengaats voortzet die worden of werden uitgevoerd door de eerstbedoelde onderneming, en de hiervoor bedoelde door beide ondernemingen verrichte activiteiten bij elkaar opgeteld een tijdvak van 30 dagen te boven gaan, iedere onderneming geacht zijn werkzaamheden uit te oefenen gedurende een tijdvak dat 30 dagen in een tijdvak van 12 maanden te boven gaat;
- b.
een onderneming geacht gelieerd te zijn aan een andere onderneming indien de een onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van de andere onderneming bezit of indien een persoon onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van beide ondernemingen bezit.
4.
Voor de toepassing van het derde lid van dit artikel wordt de uitdrukking ‘werkzaamheden buitengaats’ evenwel geacht niet te omvatten een van de activiteiten of een combinatie daarvan als bedoeld in het vierde lid van artikel 5.
5.
Voordelen verkregen door een inwoner van een van de Staten uit het vervoer van voorraden of personeel naar een plaats, of tussen plaatsen, in een van de Staten waar werkzaamheden worden verricht in verband met de exploratie of exploitatie van de zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen, of uit de exploitatie van sleepboten en andere schepen die bij zulke werkzaamheden behulpzaam zijn, zijn slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
6.
Een inwoner van een van de Staten die in het kader van een vrij beroep of van andere werkzaamheden van zelfstandige aard in de andere Staat werkzaamheden buitengaats verricht, wordt geacht deze werkzaamheden te verrichten vanuit een vast middelpunt in de andere Staat indien de desbetreffende werkzaamheden buitengaats een aaneengesloten periode van 30 dagen of meer beslaan.
7.
Salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een van de Staten ter zake van een dienstbetrekking in verband met werkzaamheden buitengaats die worden verricht door middel van een vaste inrichting in de andere Staat, mogen, voor zover de dienstbetrekking in de andere Staat buitengaats wordt uitgeoefend, in die andere Staat worden belast.
8.
Salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een natuurlijke persoon die inwoner is van een van de Staten ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig zoals bestreken door het vijfde lid worden belast in overeenstemming met artikel 15, derde lid.
9.
Indien aan de hand van bewijsstukken wordt aangetoond dat in Denemarken belasting is betaald over de bestanddelen van het inkomen die ingevolge artikel 7 en artikel 14 in verband met het derde onderscheidenlijk het zesde lid van dit artikel en het zevende lid van dit artikel in Denemarken mogen worden belast, verleent Nederland een vermindering op zijn belasting, die wordt berekend overeenkomstig de regels die zijn neergelegd in het tweede lid van artikel 23.