Einde inhoudsopgave
Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 3c [Vakantiegeld en vakantiebonnen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
13-12-2012, Stb. 2012, 658 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 676 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet vereenvoudiging regelingen UWV (20-12-2012, Stb. 675).
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Uitkeringsduur
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen worden uren gelijkgesteld met uren waarover loon is ontvangen, indien de werknemer:
- a.
van zijn werkgever geen loon maar wel vakantiegeld heeft ontvangen; of
- b.
tijdens dienstbetrekking vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken bestemd voor die uren heeft verkregen.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien de in onderdeel b van dat lid bedoelde vakantiebonnen of daarmee overeenkomende aanspraken bestemd zijn voor uren, waarover recht op uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet dan wel hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bestaat of bestemd zijn voor uren, waarin dat recht wegens vakantie of het in aanmerking nemen van deze aanspraken wordt onderbroken.