Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956
Artikel 10e [Aangewezen administratieplichtigen. Voormalige ANBI’s]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-11-2015
- Bronpublicatie:
23-12-2015, Stb. 2015, 544 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016, terugwerkend tot: 01-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2015, Stb. 2015, 544 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
1.
Als administratieplichtigen als bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de Successiewet 1956 worden voor de verstrekking van de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, aangewezen: in Nederland gevestigde instellingen die ingevolge artikel 5b, zevende of achtste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen niet meer als algemeen nut beogende instelling zijn aangemerkt.
2.
Als gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de Successiewet 1956 worden aangewezen:
- a.
het totaalbedrag van de schenkingen gedaan door de instelling in het kalenderjaar aan algemeen nut beogende instellingen en aan sociaal belang behartigende instellingen;
- b.
het totaalbedrag van de schenkingen gedaan door de instelling in het kalenderjaar, andere dan bedoeld in onderdeel a, die per verkrijger het in artikel 33, onderdeel 7°, van de Successiewet 1956 genoemde bedrag niet te boven gaan, alsmede het aantal verkrijgers daarvan;
- c.
het totaalbedrag van de schenkingen gedaan door de instelling in het kalenderjaar, andere dan bedoeld in de onderdelen a en b;
- d.
het totaalbedrag per verkrijger van de schenkingen gedaan door de instelling in het kalenderjaar, indien dit het in artikel 33, onderdeel 7°, van de Successiewet 1956 genoemde bedrag te boven gaat, alsmede:
- 1°
indien de verkrijger een natuurlijk persoon is: de naam, de geboortedatum, het woonadres en het burgerservicenummer van deze persoon, dan wel ingeval deze persoon niet in Nederland woont een door de fiscale woonstaat aan deze persoon toegekend fiscaal identificatienummer indien dat bekend is;
- 2°
indien de verkrijger een rechtspersoon is: de naam, het adres, het vestigingsadres en het nummer, bedoeld in artikel 12, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007, van deze rechtspersoon, dan wel ingeval de rechtspersoon niet in Nederland is gevestigd een door de fiscale woonstaat toegekend identificatienummer indien dat bekend is;
- e.
een verloopoverzicht van het ANBI-vermogen.
3.
De gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, hoeven niet te worden verstrekt indien het ANBI-vermogen niet meer bedraagt dan € 25.000:
- a.
op het tijdstip met ingang waarvan de instelling ingevolge artikel 5b, zevende of achtste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen niet meer als algemeen nut beogende instelling is aangemerkt, of
- b.
bij het begin van het kalenderjaar waarop de gegevens en inlichtingen betrekking hebben.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ANBI-vermogen verstaan: het eigen vermogen van de instelling op het tijdstip met ingang waarvan deze ingevolge artikel 5b, zevende of achtste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen niet meer als algemeen nut beogende instelling is aangemerkt, verminderd met de bedragen die vanaf dat tijdstip zijn besteed ter verwezenlijking van haar doelstelling en aan de daarmee verband houdende beheerkosten.
5.
Een verloopoverzicht van het ANBI-vermogen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, is een overzicht van de ontwikkeling per kalenderjaar van het ANBI-vermogen vanaf het tijdstip met ingang waarvan de instelling ingevolge artikel 5b, zevende of achtste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen niet meer als algemeen nut beogende instelling is aangemerkt.
6.
De gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, worden binnen acht maanden na afloop van het kalenderjaar verstrekt. De inspecteur kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop deze gegevens en inlichtingen worden verstrekt.
7.
Het niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, wordt aangemerkt als een overtreding.