Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 100 [Over te leggen bescheiden]
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2021
- Bronpublicatie:
12-07-2021, Stb. 2021, 347 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 347 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
Bij de aanvraag dienen te worden overgelegd:
- a.
een niet langer dan twee weken voor de aanvraag getekende, volledig ingevulde gezondheidsverklaring volgens een door het CBR vastgesteld model;
- b
- I.
indien aan de aanvrager in Nederland de status van diplomatiek of consulair ambtenaar is toegekend of de aanvrager behoort tot het gezin van een persoon aan wie in Nederland de status van diplomatiek of consulair ambtenaar is toegekend, een door Onze Minister van Buitenlandse Zaken afgegeven verklaring waaruit zulks blijkt;
- II.
indien de aanvrager lid is van een in het kader van het op 19 juni 1951 te Londen gesloten Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, in Nederland gelegerde krijgsmacht, lid is van de tot die krijgsmacht behorende civiele dienst of behoort tot het gezin van een lid van een krijgsmacht als hiervoor bedoeld of tot het gezin van een tot de civiele dienst van zodanige krijgsmacht behorende persoon, een door de betrokken basiscommandant ondertekende verklaring waaruit zulks blijkt;
- III.
indien de aanvrager niet in Nederland woonachtig is, enig bewijsstuk betreffende de woonplaats en de datum en plaats van geboorte van de aanvrager.
2.
Indien één of meer van de op de gezondheidsverklaring gestelde vragen betreffende de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de aanvrager bevestigend zijn beantwoord, ontvangt de aanvrager binnen vier weken na ontvangst van de gezondheidsverklaring per bevestigend beantwoorde vraag een vragenlijst, die overeenkomstig het vierde lid moet worden ingevuld en ingediend bij het CBR.
3.
De aanvrager ontvangt binnen vier weken na ontvangst van de gezondheidsverklaring naast de vragenlijst of vragenlijsten een in te vullen keuringsverslag overeenkomstig een door het CBR vastgesteld model, indien de aanvraag betrekking heeft op:
- a.
de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt;
- b.
de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die de leeftijd van 70 jaren heeft bereikt en die in het bezit is van een rijbewijs waarvan de geldigheidsduur verstrijkt op of na de dag waarop hij de leeftijd van 75 jaren bereikt; of
- c.
de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor één of meer van de rijbewijscategorieën C, C1, D, D1, E bij C, E bij C1, E bij D of E bij D1.
4.
De in het tweede lid bedoelde vragenlijst of vragenlijsten worden ingevuld door een arts, of in de bij ministeriële regeling aangegeven gevallen door een verpleegkundige of een andere vergelijkbare deskundige die aan bij ministeriële regeling vastgestelde eisen voldoet, en worden ingediend bij het CBR op een door het CBR te bepalen wijze.
5.
Het in het derde lid bedoelde keuringsverslag wordt door een arts opgesteld en ingediend bij het CBR op een door het CBR te bepalen wijze.
6.
Het eerste lid, onderdeel b, geldt niet indien de aanvraag van een verklaring van geschiktheid gelijktijdig met de aanvraag van een verklaring van rijvaardigheid wordt ingediend.
7.
Voor de toepassing van het derde lid wordt met een keuringsverslag als daar bedoeld gelijkgesteld een niet langer dan zes maanden voor de aanvraag afgegeven, door een arts opgemaakt, rapport van een niet in het kader van de aanvraag van een rijbewijs verrichte keuring waarbij de aanvrager is gekeurd op eisen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, welk rapport ten minste dezelfde gegevens bevat als een keuringsverslag.
8.
Indien de aanvraag wordt gedaan met het oog op de aanvraag van een rijbewijs als bedoeld in artikel 42a, eerste lid, dient de aanvrager tevens te overleggen de in artikel 42b, tweede lid, onderdeel b, bedoelde verklaring.
9.
De kosten verbonden aan de invulling van de vragenlijst of vragenlijsten, bedoeld in het tweede of derde lid, alsmede de kosten verbonden aan het invullen van het keuringsverslag, bedoeld in het derde lid, alsmede van eventuele noodzakelijke aanvullingen op deze stukken, komen voor rekening van de aanvrager.
10.
Bij de aanvraag van een verklaring van geschiktheid raadpleegt het CBR de in de basisregistratie personen opgenomen persoonsgegevens van de aanvrager.