Einde inhoudsopgave
Wet op de economische delicten
Artikel 8a [Kostenveroordeling voor vernietiging gevaarlijke voorwerpen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
04-11-2021, Stb. 2021, 544 (uitgifte: 11-11-2021, kamerstukken: 35564)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2022, Stb. 2022, 204 (uitgifte: 01-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De maatregel vermeld in artikel 8, onder d, kan op vordering van het openbaar ministerie door de rechter worden opgelegd aan degene die is veroordeeld wegens een economisch delict.
2.
De rechter kan het te betalen bedrag lager vaststellen dan de kosten, bedoeld in het eerste lid. Artikel 36e, vijfde lid, vijfde en zesde volzin, van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.