Einde inhoudsopgave
Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS
Artikel 4 De subsidievaststelling
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
02-09-2022, Stcrt. 2022, 24696 (uitgifte: 20-09-2022, regelingnummer: 3406817-1033316-DUS-I)
- Inwerkingtreding
21-09-2022, terugwerkend tot: 01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-09-2022, Stcrt. 2022, 24696 (uitgifte: 20-09-2022, regelingnummer: 3406817-1033316-DUS-I)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
1.
Indien een aanvraag tot vaststelling van een verleende subsidie niet binnen de wettelijke termijn is ingediend of indien de aanvrager niet heeft voldaan aan het gestelde bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voor de aanvraag tot vaststelling van een verleende subsidie, wordt de aanvrager schriftelijk in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen een daarbij te stellen termijn alsnog in te dienen of aan te vullen.
2.
De behandeling van de aanvraag wordt opgeschort tot de aanvraag alsnog is ingediend of aangevuld of tot de gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
3.
De hoogte van het bedrag van de vast te stellen subsidie wordt bepaald aan de hand van de gegevens die tot het moment van de vaststelling van de subsidie beschikbaar zijn gesteld.
4.
Indien de aanvrager binnen de termijn, gesteld op grond van het eerste lid, niet heeft voldaan aan het gestelde bij of krachtens de wettelijke voorschriften voor de aanvraag tot vaststelling van een verleende subsidie, wordt op het bedrag van de vast te stellen subsidie een bedrag in mindering gebracht van:
- a.
3% van het bedrag van de verleende subsidie tot ten hoogste € 9.000 indien:
- —
in het geheel geen aanvraag tot vaststelling van een verleende subsidie is ontvangen of
- —
alle voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreken;
- b.
1% van het bedrag van de verleende subsidie tot ten hoogste € 3.000 indien:
- —
twee van de drie voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreken of
- —
één van de twee voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreekt;
- c.
0,5% van het bedrag van de verleende subsidie tot ten hoogste € 1.500 indien één van de drie voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreekt;
- d.
0,25% van het bedrag van de verleende subsidie tot ten hoogste € 750 indien er uitsluitend andere gebreken aan de aanvraag kleven.
5.
Indien rekening en verantwoording dient te worden afgelegd aan de hand van een financieel verslag dat vergezeld gaat van een controleverklaring, opgesteld door een accountant en de accountant een controleverklaring met beperking of oordeelsonthouding afgeeft, kan op het bedrag van de vast te stellen subsidie of het relevante subsidieonderdeel een bedrag in mindering gebracht worden van minstens 20%.
6.
Onverminderd de uitkomst van een eventueel ingesteld bezwaar of beroep, zal de vaststelling van de subsidie niet worden herzien wanneer de subsidieontvanger alsnog voldoet aan het gestelde bij of krachtens de wettelijke voorschriften voor de aanvraag tot vaststelling van een verleende subsidie.