Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 2.44 Ontwikkelingsperspectief
Geldend
Geldend van 01-08-2022 tot 01-08-2025
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Het bevoegd gezag stelt, nadat op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met de ouders, een ontwikkelingsperspectief vast voor leerlingen die:
- a.
praktijkonderwijs volgen; of
- b.
extra ondersteuning nodig hebben, voor zover het gaat om leerlingen die vwo, havo, mavo of vbo volgen, met uitzondering van leerlingen die uitsluitend extra ondersteuning in de vorm van leerwegondersteunend onderwijs ontvangen.
2.
In afwijking van het eerste lid, wordt het deel van het ontwikkelingsperspectief dat betrekking heeft op de individuele begeleiding, bedoeld in artikel 2.41, eerste lid, vastgesteld nadat daarover overeenstemming is bereikt tussen het bevoegd gezag en de ouders. Het ontwikkelingsperspectief wordt zo spoedig mogelijk vastgesteld, maar uiterlijk binnen zes weken na de inschrijving van de leerling. Bij een inschrijving op grond van artikel 8.13 wordt het ontwikkelingsperspectief vastgesteld binnen zes weken na de definitieve plaatsing van de leerling.
3.
Het bevoegd gezag evalueert het ontwikkelingsperspectief ten minste een keer per schooljaar met de ouders.
4.
Het bevoegd gezag kan het ontwikkelingsperspectief bijstellen:
- a.
nadat het bevoegd gezag op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd over deze bijstelling; of
- b.
nadat overeenstemming met de ouders is bereikt voor zover het gaat over de individuele begeleiding, bedoeld in artikel 2.41, eerste lid.
5.
Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding, bedoeld in artikel 2.41, eerste lid. Indien voor leerlingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, bij de inrichting van het onderwijs wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma, vermeldt het bevoegd gezag dit in het ontwikkelingsperspectief.
6.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de inhoud van het ontwikkelingsperspectief.