Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag
Artikel 21d
Geldend
Geldend van 28-12-2023 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 512 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-12-2023, terugwerkend tot: 01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 512 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
Het tarief, genoemd in artikel 60a, eerste lid, van de wet, is slechts van toepassing indien de elektriciteit via een aansluiting wordt geleverd en de verbruiker een verklaring heeft overgelegd aan degene die de elektriciteit aan hem levert, dat de elektriciteit uitsluitend wordt aangewend in een oplaadinstallatie voor elektrische voertuigen die beschikt over een zelfstandige aansluiting en dat deze oplaadinstallatie geen deel uitmaakt van een meeromvattende onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken.
2.
Het tarief, genoemd in artikel 60b, eerste lid, van de wet, is slechts van toepassing indien de verbruiker een verklaring heeft overgelegd aan degene die de elektriciteit aan hem levert, dat de elektriciteit uitsluitend wordt aangewend in een walstroominstallatie als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel w, van de wet die geheel of nagenoeg geheel bestemd is voor schepen niet zijnde particuliere pleziervaartuigen als bedoeld in artikel 70a, derde lid, van de wet.
3.
De verbruiker trekt de verklaring binnen zes weken schriftelijk in, indien de door hem overgelegde verklaring, bedoeld in het eerste en tweede lid, op enig moment niet meer juist is. De schriftelijke intrekking wordt door hem ondertekend, waarbij het moment, bedoeld in de vorige zin, wordt vermeld.
4.
Artikel 21c is van overeenkomstige toepassing.