Einde inhoudsopgave
Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
Artikel 34 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 26-05-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
20-05-2021, PbEU 2021, L 185 (uitgifte: 26-05-2021, regelingnummer: 2021/836)
- Inwerkingtreding
26-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2021, PbEU 2021, L 185 (uitgifte: 26-05-2021, regelingnummer: 2021/836)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Acties waarvoor financiële bijstand wordt verleend, worden regelmatig gemonitord teneinde de uitvoering ervan te volgen.
2.
Om de twee jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de operaties en de vooruitgang die is geboekt in verband met artikel 6, lid 5, en de artikelen 11 en 12. Dit verslag bevat informatie over de vorderingen met de verwezenlijking van de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid, de capaciteitsdoelen en de resterende tekorten bedoeld in artikel 11, lid 2, rekening houdend met het opzetten van rescEU-capaciteit overeenkomstig artikel 12. Het verslag biedt ook een overzicht van de budgettaire en kostenontwikkelingen in verband met responscapaciteit, en een beoordeling van de noodzaak om deze capaciteit verder te ontwikkelen.
3.
Uiterlijk op 31 december 2023 en vervolgens om de vijf jaar evalueert de Commissie de toepassing van dit besluit en doet zij het Europees Parlement en de Raad een mededeling toekomen over de doeltreffendheid, de kosteneffectiviteit en de voortgezette uitvoering van dit besluit, met name wat betreft artikel 6, lid 4, rescEU-capaciteit en de mate van coördinatie en synergieën met andere beleidsmaatregelen, programma’s en fondsen van de Unie, inclusief in medische noodsituaties. Die mededeling gaat, waar passend, vergezeld van voorstellen tot wijzigingen van dit besluit.