Einde inhoudsopgave
Wet belastingen op milieugrondslag
Artikel 17 [Tijdstip verschuldigdheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 578 (uitgifte: 29-12-2014, kamerstukken: 34002)
03-12-2014, Stb. 2014, 481 (uitgifte: 10-12-2014, kamerstukken: 33950)
- Inwerkingtreding
01-01-2015, terugwerkend tot: 01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 578 (uitgifte: 29-12-2014, kamerstukken: 34002)
03-12-2014, Stb. 2014, 481 (uitgifte: 10-12-2014, kamerstukken: 33950)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Leidingwaterbelasting
1.
De belasting wordt verschuldigd:
- a.
in gevallen waarin een voorschotnota wordt uitgereikt of, indien geen voorschotnota wordt uitgereikt, een voorschotbedrag wordt ontvangen:
- 1°
op het tijdstip waarop een voorschotnota wordt uitgereikt onderscheidenlijk een voorschotbedrag wordt ontvangen; alsmede
- 2°
op het tijdstip van de uitreiking van de eindfactuur over een verbruiksperiode;
- b.
in gevallen waarin geen voorschotnota wordt uitgereikt en geen voorschotbedrag wordt ontvangen, op het tijdstip van de uitreiking van de factuur;
- c.
in overige gevallen op het tijdstip waarop de levering plaatsvindt.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, in samenhang met artikel 14, eerste lid, wordt de hoeveelheid leidingwater, waarop de voorschotnota dan wel het voorschotbedrag is gebaseerd, aangemerkt als geleverde hoeveelheid.
3.
In gevallen waarin per verbruiksperiode van twaalf maanden meer dan 300 kubieke meter leidingwater via een aansluiting aan een verbruiker wordt geleverd en ter zake van die levering voorschotnota’s worden uitgereikt of voorschotbedragen worden ontvangen, wordt bij de berekening van de op de verbruiksperiode betrekking hebbende voorschotbedragen naar evenredigheid rekening gehouden met de belasting die overeenkomstig artikel 14, eerste lid, ter zake van de hoeveelheid van 300 kubieke meter is verschuldigd.
4.
Indien de verrekening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel g, leidt tot een lager bedrag dan over de verbruiksperiode aan belasting is voldaan, wordt het verschil in mindering gebracht op de aangifte over het tijdvak waarin de eindfactuur is uitgereikt