Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag:verdragpartijgrp

Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag

Partijen en gegevens

Geldend

Documentgegevens:

Geldend vanaf 10-04-1954

Bronpublicatie:: 28-08-1952, Trb. 1953, 11 (uitgifte: 27-01-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
Inwerkingtreding: 10-04-1954
Bronpublicatie inwerkingtreding:: 08-07-1954, Trb. 1954, 83 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht

Bronnen

Trb. 1953, 11

Trb. 1953, 70

Trb. 1954, 83

Trb. 1970, 34

Trb. 2001, 27

Partijen

Partij	Datum inwerkingtreding	Voorbehoud
België	10-04-1954	1
Bulgarije	03-11-2004
Canada	22-09-2023
Denemarken	27-06-1955
Duitsland	21-12-1969
Estland	26-12-2004
Finland	27-04-2024
Frankrijk	19-02-1955	2
Griekenland	25-08-1954
Hongarije	20-02-2000
IJsland	10-04-1954
Italië	21-01-1956
Letland	01-09-2004
Litouwen	20-08-2004
Luxemburg	22-08-1954	1
het Koninkrijk der Nederlanden (het Europese deel van Nederland)	22-07-1954	1
Noorwegen	10-04-1954
Polen	21-10-1999
Portugal	22-12-1955
Roemenië	04-12-2004
Slovenië	28-10-2004
Slowakije	13-10-2004
Turkije	17-06-1954
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland	02-09-1965
Verenigde Staten van Amerika	10-04-1954
Zweden	02-08-2024

Voorbehouden, verklaringen en bezwaren

1	In de akte van bekrachtiging was de op 20-06-1953 te Brussel voor Nederland, België en Luxemburg afgelegde Verklaring vervat. De tekst en vertaling van deze Verklaring luiden als volgt: Les ressortissants du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas ne peuvent se prévaloir des dispositions du présent protocole pour revendiquer sur le territoire de l'une de ces puissances une franchise dont ils ne jouiraient pas s'ils exerçaient leurs fonctions dans leur propre pays, lorsqu'il s'agit de droits, taxes et autres impôts dont l'unification a été ou sera opérée en vertu de conventions tendant à réaliser l'Union économique belgo-luxembourgeoise-néerlandaise. De inwoners van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden kunnen aan de bepalingen van dit Protocol geen aanspraak ontlenen op een vrijstelling op het grondgebied van een dezer Mogendheden, welke zij niet zouden genieten indien zij hun functies in hun eigen land uitoefenden, wanneer deze betrekking heeft op rechten, belastingen en andere heffingen, die zijn of zullen zijn geünificeerd uit hoofde van overeenkomsten, welke zijn gericht op de verwezenlijking van de Belgisch-Luxemburgs-Nederlandse economische unie.
2	Het Protocol werd in overeenstemming met artikel 16, eerste lid, van het Protocol, juncto artikel XIX, lid 2, van het Verdrag op 30-03-1966 door Frankrijk opgezegd per 31-03-1967.

In de akte van bekrachtiging was de op 20-06-1953 te Brussel voor Nederland, België en Luxemburg afgelegde Verklaring vervat. De tekst en vertaling van deze Verklaring luiden als volgt:

Les ressortissants du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas ne peuvent se prévaloir des dispositions du présent protocole pour revendiquer sur le territoire de l'une de ces puissances une franchise dont ils ne jouiraient pas s'ils exerçaient leurs fonctions dans leur propre pays, lorsqu'il s'agit de droits, taxes et autres impôts dont l'unification a été ou sera opérée en vertu de conventions tendant à réaliser l'Union économique belgo-luxembourgeoise-néerlandaise.

De inwoners van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden kunnen aan de bepalingen van dit Protocol geen aanspraak ontlenen op een vrijstelling op het grondgebied van een dezer Mogendheden, welke zij niet zouden genieten indien zij hun functies in hun eigen land uitoefenden, wanneer deze betrekking heeft op rechten, belastingen en andere heffingen, die zijn of zullen zijn geünificeerd uit hoofde van overeenkomsten, welke zijn gericht op de verwezenlijking van de Belgisch-Luxemburgs-Nederlandse economische unie.

Het Protocol werd in overeenstemming met artikel 16, eerste lid, van het Protocol, juncto artikel XIX, lid 2, van het Verdrag op 30-03-1966 door Frankrijk opgezegd per 31-03-1967.