Regeling functionele valuta
Artikel 3 [Consequenties]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21111 (uitgifte: 30-12-2010, regelingnummer: DB2010/281M)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21111 (uitgifte: 30-12-2010, regelingnummer: DB2010/281M)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
1.
Op het overgangstijdstip stelt de belastingplichtige de activa en passiva in de andere geldeenheid te boek voor de waarde waarvoor zij onmiddellijk voorafgaand aan het overgangstijdstip te boek waren gesteld in euro's, omgerekend tegen de laatst gepubliceerde koers van de andere geldeenheid voor het overgangstijdstip (overgangskoers).
2.
Indien met betrekking tot een in de andere geldeenheid luidende schuldvordering, geldmiddelen daaronder niet begrepen, welke niet verband houdt met een in de andere geldeenheid luidende schuld, de omrekening bedoeld in het eerste lid leidt tot een boekwaarde die minder bedraagt dan de nominale waarde van de schuldvordering, is het de belastingplichtige toegestaan het verschil voorzover dit is toe te rekenen aan koersverschillen, bij de bepaling van de winst in aanmerking te nemen naar de mate van de ter zake van de schuldvordering te ontvangen aflossingen. Indien met betrekking tot een in de andere geldeenheid luidende schuld welke niet verband houdt met een in de andere geldeenheid luidende schuldvordering, de omrekening leidt tot een boekwaarde die meer bedraagt dan de nominale waarde van de schuld, is het belastingplichtige toegestaan het verschil voorzover dit is toe te rekenen aan koersverschillen, bij de bepaling van de winst in aanmerking te nemen naar de mate van de ter zake van de schuld te betalen aflossingen.
3.
Op het teruggangstijdstip stelt de belastingplichtige de activa en passiva in euro's te boek voor de waarde waarvoor zij onmiddellijk voorafgaand aan het teruggangstijdstip te boek waren gesteld in de andere geldeenheid, omgerekend tegen de laatst gepubliceerde koers van de andere geldeenheid voor het teruggangstijdstip (teruggangskoers). Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
4.
Voorzover bedragen uit de periode voorafgaand aan het overgangstijdstip of het teruggangstijdstip van belang zijn voor het bepalen van het belastbare bedrag van een jaar na dat tijdstip geschiedt de omrekening van deze bedragen naar de andere geldeenheid respectievelijk naar de euro tegen de overgangskoers respectievelijk de teruggangskoers.
5.
Voorzover bedragen van een jaar na het overgangstijdstip of na het teruggangstijdstip van belang zijn voor het bepalen van het belastbare bedrag van een jaar voor dat tijdstip geschiedt de omrekening van deze bedragen naar de euro onderscheidenlijk de andere geldeenheid tegen de gemiddelde koers van de andere geldeenheid onderscheidenlijk de gulden over het eerstbedoelde jaar.
6.
De omrekening van de bij of krachtens de wet dan wel bij of krachtens de Wet inkomstenbelasting 2001 vastgestelde bedragen in euro's die van belang zijn voor het bepalen van het belastbare bedrag van een jaar in de andere geldeenheid, geschiedt tegen de gemiddelde koers van de andere geldeenheid over het desbetreffende jaar.