Einde inhoudsopgave
Wet op de economische delicten
Artikel 30a [Cassatie van beschikking Hof]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1992
- Bronpublicatie:
27-11-1991, Stb. 1991, 663 (uitgifte: 17-12-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21241 Overheid.nl: 21241)
- Inwerkingtreding
01-05-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-1992, Stb. 1992, 116 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Van de beschikking van het hof kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen en de verdachte binnen veertien dagen na de betekening beroep in cassatie instellen.
2.
De verdachte is, op straffe van niet-ontvankelijkheid, verplicht binnen een maand na het instellen van dat beroep bij de Hoge Raad der Nederlanden door een advocaat een schriftuur te doen indienen, houdende zijn middelen van cassatie.
3.
Artikel 57 is van overeenkomstige toepassing.
4.
De Hoge Raad beslist zo spoedig mogelijk.