Wijzigingswet Wegenverkeerswet 1994, enz. (verzelfstandiging Rijksdienst voor het Wegverkeer)
Artikel II
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1996
- Bronpublicatie:
29-03-1996, Stb. 1996, 257 (uitgifte: 14-05-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22961 Overheid.nl: 22961)
- Inwerkingtreding
01-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-1996, Stb. 1996, 325 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Algemeen
1.
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet zijn de ambtenaren van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, van wie de naam is vermeld op een door Onze Minister en de Rijksdienst voor het Wegverkeer tezamen vastgestelde lijst, van rechtswege in dienst van de Dienst Wegverkeer.
2.
Tot het moment waarop de directie van de Dienst Wegverkeer krachtens artikel 4o, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 terzake een reglement heeft vastgesteld, geldt voor de in het eerste lid bedoelde ambtenaren een rechtspositie die gelijk is aan die welke gold direct vóór het moment van overgang bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De voorschriften en reglementen die betrekking hebben op de rechtspositie zoals die luiden op de dag voor de verzelfstandiging, zijn van overeenkomstige toepassing op het personeel dat op de dag van verzelfstandiging van rechtswege in dienst zal treden van de Dienst Wegverkeer, met dien verstande dat daar waar in de huidige voorschriften en reglementen staat vermeld dan wel wordt bedoeld ‘Minister of Kroon dan wel een door deze als zodanig aangewezen autoriteit’ gelezen dient te worden ‘directie of raad van toezicht’.
3.
Indien ter zake van de totstandkoming van de Dienst Wegverkeer een sociaal beleidskader geldt, kan bij die regeling zonodig worden afgeweken van het bepaalde in het tweede lid.
4.
De verplichtingen die voortvloeien uit het sociaal beleidskader gaan over op de Dienst Wegverkeer.