Einde inhoudsopgave
Wet College voor de rechten van de mens
Artikel 13 [Instellen vordering]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2012
- Bronpublicatie:
24-11-2011, Stb. 2011, 573 (uitgifte: 06-12-2011, kamerstukken: 32467)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2012, Stb. 2012, 414 (uitgifte: 20-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Staatsrecht / Grondrechten
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Het College kan in rechte vorderen dat een gedraging die in strijd is met de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen of artikel 646 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek onrechtmatig wordt verklaard, dat deze wordt verboden of dat een bevel wordt gegeven om de gevolgen van die gedraging ongedaan te maken.
2.
Een gedraging kan niet ten grondslag worden gelegd aan een vordering als bedoeld in het eerste lid, voor zover degene die door deze gedraging wordt getroffen, daartegen bedenkingen heeft.