Einde inhoudsopgave
Avarij-Grosse Regels IVR
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2006
- Bronpublicatie:
01-06-2006, Internet 2006, www.ivr.nl (uitgifte: 01-06-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-2006, Internet 2006, www.ivr.nl (uitgifte: 01-06-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Lid 1 Het expertiserapport
Het eerste lid van Regel VI roept in herinnering het beginsel neergelegd in het BSG (par. 85 BSG jo. par 709 Handelsgesetzbuch (HGB)) volgens hetwelk het in avarijgrosse toelaatbare bedrag voor materiële schade door middel van een expertiserapport moet worden vastgesteld. In dit opzicht moet deze Regel worden beschouwd als een toepassing van Regel V. Het einige bewijsmiddel toegelaten om het bedrag der materiële schade te bepalen is dus een expertiserapport. Elk ander bewijsmiddel is uitgesloten, in het bijzonder getuigenbewijs, zelfs indien dit door een nationale wet zou zijn toegelaten.
De tussenkomst van de dispacheur
De praktijk laat echter de mogelijkheid open te bewijzen dat de werkelijke kosten van de reparaties niet overeenkomen met het bedrag door de experts in hun rapport vastgesteld. In dit geval dient de dispacheur alle inlichtingen te verzamelen waarover hij kan beschikken zodat hij zich een oordeel kan vormen en de zijns inziens noodzakelijke verbeteringen kan aanbrengen. Hij mag evenwel niet te zeer afwijken van het expertiserapport dat immers volgens deze Regel de grondslag moet vormen van de berekeningen.
Lid 2 en 3 Aftrek nieuw voor oud
Leden 2 en 3 van Regel VI sommen op de aftrekken die moeten worden toegepast om rekening te houden met het verschil tussen oud en nieuw. De ondervinding heeft geleerd dat het dikwijls moeilijk is nauwkeurig het bedrag van de meerwaarde of van de verkregen besparing te becijferen. De ondervinding heeft ook geleerd dat het riskant kan zijn aan de experts zelf de schatting van het bedrag der aftrekken over te laten.
Gefixeerde aftrekken
Naar het voorbeeld van de York Antwerp Rules (Regel XIII) hebben de opstellers van de Rijnregels IVR 1979, thans geheten Avarij-Grosse Regels IVR, een systeem van vaste aftrekken toegepast.
Ankers en ankerkettingen
Omdat de levensduur van ankers bijna onbeperkt is, brengt de vernieuwing van een anker geen enkel voordeel toe aan de schipper: Regel VI schrijft dan ook geen enkele aftrek voor (par. 85 BSG jo. par. 710 HGB). Voor ankerkettingen geldt nagenoeg hetzelfde en terwille van harmonie en eenvoud sluit Regel VI hier aan bij Regel XIII van de York Antwerp Rules en niet bij par. 85 BSG jo. par. 710 HGB, door de kosten van de vernieuwing geheel in avarij-grosse toe te laten.
Sleepdraden
In lid 3 volgt Regel VI de praktijk van experts die in hun rapporten steeds de netto-waarde van de sleepdraden vermelden: voor toepassen van een aftrek is derhalve geen reden meer.
Lid 4 De wezenlijke waarde
Lid 4 van Regel VI geeft antwoord op een vraag die in het verleden enige moeilijkheden heeft opgeleverd. Bepaald is dat de aftrek ‘nieuw voor oud’ moet worden berekend op basis van de wezenlijke waarde van de vervangende voorwerpen, zonder alle bijkomende kosten zoals bijvoorbeeld dokhuur, sleepboothulp, demontering van motoren, het afnemen van platen, in aanmerking te nemen. Al deze kosten, hoewel noodzakelijk om het vervangende voorwerp op zijn plaats te brengen verhogen in het algemeen de waarde van het gerepareerde schip niet. (contra: par. 85 BSG jo. par. 710 HGB)
De tekst die deze wezenlijke waarde omschrijft is ontleend aan Regel XIII van de York Antwerp Rules.
Lid 5 Gebruik van ankers
Zoals uiteengezet moet, om te voldoen aan het vereiste van een avarij-grosse-handeling, volgens Regel I een opoffering gedaan zijn wegens buitengewone omstandigheden. Een normale maatregel in het gebruik van het schip vormt dus nooit een avarij-grosse-handeling. Het gebruik van ankers levert hier een probleem op. Over het algemeen is het zetten van een anker een normale navigatiehandeling; het anker is er voor om in het water geworpen te worden om het schip te stoppen of om het op een vaste plaats te houden. Anderzijds, wanneer een anker wordt opgeofferd met het doel het schip vlot te brengen, is er zeker sprake van een opoffering wegens een buitengewone omstandigheid. Om aan alle onzekerheid op dit punkt een einde te maken, bepaalt deze Regel dat de opoffering van een anker door een schip dat vlot is nooit als avarij-grosse-handeling kan worden beschouwd. Dientengevolge kunnen noch het anker zelf noch de ketting, noch ook de door het werpen van het anker aan casco of elders toegebrachte schade in avarij-grosse worden vergoed, wanneer het schip vlot was op het moment van het werpen.