Einde inhoudsopgave
Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds
Protocol nr. 1
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2008
- Redactionele toelichting
Deze wijziging wordt toegepast vanaf 01-05-2004. De bijlage bij dit protocol is vervangen door bijlagen die niet zijn opgenomen.
- Bronpublicatie:
31-05-2005, Trb. 2006, 308 (uitgifte: 18-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2008, Trb. 2008, 172 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwprodukten uit Tunesië van toepassing is
Artikel 1
1
De in bijlage genoemde produkten van oorsprong uit Tunesië mogen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld.
2
De douanerechten bij invoer worden afgeschaft of verlaagd volgens de percentages die naast de betrokken produkten in kolom a zijn vermeld.
Voor bepaalde produkten waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een ‘ad valorem’ douanerecht en in een specifiek douanerecht voorziet, zijn de in lid 3 bedoelde, in de kolommen a en c vermelde verlagingspercentages uitsluitend op de ‘ad valorem’ douanerechten van toepassing.
3
Voor bepaalde produkten worden de douanerechten afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van deze produkten in kolom b zijn vermeld.
Voor de ingevoerde hoeveelheden die de contingenten overschrijden, worden de douanerechten verlaagd volgens de percentages die in kolom c zijn vermeld.
4
Voor bepaalde andere van douanerechten vrijgestelde produkten zijn referentiehoeveelheden, vermeld in kolom d, vastgesteld.
Indien de invoer van een bepaald produkt de referentiehoeveelheid overschrijdt, kan de Gemeenschap, op basis van een balans van het handelsverkeer die zij jaarlijks opstelt, voor het betrokken produkt een communautair tariefcontingent openen voor een hoeveelheid die gelijk is aan deze referentiehoeveelheid. In dergelijk geval wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief, naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens het in kolom c vermelde percentage verlaagd voor de ingevoerde hoeveelheden die het contingent overschrijden.
5
Voor bepaalde van de in de leden 3 en 4 bedoelde, in kolom e vermelde produkten worden de contingenten of de referentiehoeveelheden vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2005 jaarlijks verhoogd in vier gelijke tranches waarvan de omvang 3% van deze contingenten of hoeveelheden bedraagt.
6
Voor bepaalde andere dan de in de leden 3 en 4 bedoelde, in kolom e vermelde produkten kan de Gemeenschap een referentiehoeveelheid in de zin van het bepaalde in lid 4 vaststellen indien uit de door haar opgestelde jaarlijkse balans van het handelsverkeer blijkt dat de ingevoerde hoeveelheden moeilijkheden dreigen te veroorzaken op de markt van de Gemeenschap. Indien vervolgens voor dit produkt, onder de in lid 4 vermelde voorwaarden, een tariefcontingent wordt geopend, dan wordt het recht van het gemeenschappelijk tarief, naargelang het produkt, hetzij volledig toegepast, hetzij volgens de in kolom c vermelde percentages verlaagd voor de hoeveelheid die het contingent overschrijdt.
Artikel 2
Voor wijn van verse druiven met benaming van oorsprong van post 2204 van de gecombineerde nomenclatuur van oorsprong uit Tunesië is het bepaalde in artikel 1 van toepassing op wijn die wordt aangeboden in verpakkingen van twee liter of minder met een effectief alcoholvolumegehalte van 15% of minder.
Volgens de Tunesische wetgeving dragen deze wijnen de hiernavolgende benamingen: Coteaux de Tebourba, Coteaux d'Utique, Sidi Salem, Kelibia, Thibar, Mornag, Grand cru Mornag.
Wijnen uit Tunesië die een gecontroleerde oorsprongsbenaming dragen, moeten vergezeld zijn van een oorsprongscertificaat overeenkomstig het in de preferentiële overeenkomst opgenomen model of van een document VI 1 of VI 2 waarin de vermeldingen als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3590/85 betreffende het bij invoer van wijn, druivensap en druivenmost voorgeschreven attest en analyseverslag zijn aangebracht
Artikel 3
1
Met ingang van 1 januari 2001 mag, tot een hoeveelheid van ten hoogste 50 000 ton, geheel en al in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde ruwe olijfolie van de onderverdelingen 1509 10 10 en 1509 10 90 van de gecombineerde nomenclatuur vrij van recht in de Gemeenschap worden ingevoerd. Met ingang van 1 mei 2004 wordt deze hoeveelheid jaarlijks met 700 ton verhoogd.
2
Deze hoeveelheid wordt met ingang van 1 januari 2002 gedurende een periode van vier jaar met telkens 1 500 ton per jaar verhoogd, zodat zij vanaf 1 januari 2005 56 700 ton per jaar bedraagt.
3
Indien de invoer van olijfolie in het kader van deze regeling het evenwicht op de markt van de Gemeenschap dreigt te verstoren, met name in het licht van de verbintenissen die de Gemeenschap ten aanzien van dit product in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is aangegaan, dan plegen de overeenkomstsluitende partijen met elkaar overleg over passende, voor beide partijen acceptabele maatregelen om deze dreiging weg te nemen.