Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 3c [Aanwijzing rijksinrichtingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2005
- Bronpublicatie:
07-04-2005, Stb. 2005, 194 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 29413)
- Inwerkingtreding
01-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2005, Stb. 2005, 300 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
Rijksinrichtingen worden door Onze Minister aangewezen. Het opperbeheer van de rijksinrichtingen berust bij Onze Minister. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende de uitvoering hiervan.
2.
Het beheer van een rijksinrichting berust bij de directeur, die als zodanig door Onze Minister wordt aangewezen. Onze Minister wijst een of meer personen aan als vervanger van de directeur.
3.
Onze Minister kan mandaat verlenen betreffende de hem bij of krachtens deze wet toegekende bevoegdheden tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften aan het hoofd van de Dienst Justitiële Inrichtingen.