Einde inhoudsopgave
Kentekenreglement
Artikel 9 Verstrekking van gevoelige gegevens aan anderen dan overheidsorganen, autoriteiten buiten Nederland en instellingen van volkenrechtelijke organisaties
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
1.
Aan de volgende personen en instanties kunnen gevoelige gegevens worden verstrekt:
- a.
door Onze Minister of, in geval van verstrekking van gegevens omtrent de aangifte van diefstal of verduistering van een voertuig, door Onze Minister en Onze Minister van Justitie en Veiligheid gezamenlijk dan wel, in geval van verstrekking van gegevens omtrent de verplichtingen, bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, door Onze Minister en Onze Minister van Financiën, respectievelijk Onze Minister en Onze Minister van Justitie, gezamenlijk aangewezen beroepsbeoefenaren of categorieën van beroepsbeoefenaren;
- b.
door Onze Minister of, in geval van verstrekking van gegevens omtrent de aangifte van diefstal of verduistering van een voertuig, door Onze Minister en Onze Minister van Justitie gezamenlijk aangewezen informatieproviders;
- c.
belanghebbenden, niet zijnde personen en instanties als bedoeld in de onderdelen a en b, en
- d.
onderzoeks- en onderwijsinstellingen, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek voor zover zij aantonen dat dit onderzoek namens of in opdracht van een overheidsorgaan wordt uitgevoerd en die gegevens noodzakelijk zijn voor dat onderzoek.
2.
Onverminderd de artikelen 11 tot en met 14 kunnen met betrekking tot gevoelige gegevens als bedoeld in artikel 7, tweede lid, bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld die betrekking hebben op:
- a.
de personen en instanties, bedoeld in het eerste lid, aan wie wordt verstrekt;
- b.
de gevallen waarin wordt verstrekt;
- c.
de voorwaarden waaronder wordt verstrekt, of
- d.
de doeleinden waarvoor wordt verstrekt.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het gebruik van de aan de in het eerste lid genoemde personen en instanties verstrekte gegevens. Daarbij kunnen beperkingen aan het gebruik worden gesteld alsmede voorschriften ten aanzien van de beveiliging van de verstrekte gegevens en voorschriften voor het verlenen van medewerking aan het toezicht door de Dienst Wegverkeer.