Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 154 Risicogewogen posten voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen
Geldend
Geldend vanaf 09-07-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Inwerkingtreding
09-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1623 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1623)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De risicogewogen posten voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen worden berekend volgens de onderstaande formules:
Risk − weighted exposure amount = RW · exposure value
waarbij het risicogewicht RW gedefinieerd is als volgt:
- i)
als PD = 1, d.w.z. voor blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan, is RW
RW = max {0,12:5 · (LGD − ELBE)}
waarbij ELBE wordt opgevat als de beste raming van de instelling van het verwachte verlies voor de blootstelling ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan overeenkomstig artikel 181, lid 1, punt h);
- ii)
als PD < 1, dan:
waarbij:
N
= de cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele, d.w.z. N(x) is gelijk aan de kans dat een normale willekeurige variabele met een gemiddelde van 0 en een variantie van 1, kleiner is dan of gelijk is aan x;
G
= de inverse cumulatieve verdelingsfunctie van een standaardnormale willekeurige variabele, d.w.z. indien x = G(z), heeft x een zodanige waarde dat N(x) = z;
R
= staat voor de correlatiecoëfficiënt, die gedefinieerd is als volgt:
2.
Vervallen.
3.
Voor blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen die niet in wanbetaling zijn en die worden gedekt of gedeeltelijk worden gedekt door niet-zakelijk onroerend goed, vervangt een correlatiecoëfficiënt R van 0,15 het cijfer dat met de formule voor de correlatiecoëfficiënt in lid 1 wordt verkregen.
Het risicogewicht dat op grond van lid 1, punt ii), berekend wordt voor een gedeeltelijk door niet-zakelijk onroerend goed gedekte blootstelling, rekening houdend met een correlatiecoëfficiënt R als bedoeld in de eerste alinea van dit lid, wordt toegepast op zowel het gedekte als het niet-gedekte deel van die blootstelling.
4.
Voor QRRE's die niet in wanbetaling zijn, vervangt een correlatiecoëfficiënt R van 0,04 het cijfer dat met de formule voor de correlatiecoëfficiënt in lid 1 wordt verkregen.
De bevoegde autoriteiten toetsen verliespercentages voor alle tot hetzelfde soort blootstellingen behorende QRRE's en voor de geaggregeerde QRRE-blootstellingscategorie op hun relatieve volatiliteit en wisselen met de lidstaten en met de EBA informatie uit over de typische kenmerken van verliespercentages van gekwalificeerde revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen.
5.
Om voor de behandeling als blootstelling met betrekking tot particulieren of kleine partijen in aanmerking te komen, voldoen de gekochte kortlopende vorderingen aan de vereisten van artikel 184 en aan de volgende voorwaarden:
- a)
de instelling heeft de kortlopende vorderingen gekocht van niet-verbonden, derde-verkopers en haar blootstelling met betrekking tot de debiteur van de kortlopende vordering omvat geen blootstellingen die direct of indirect hun oorsprong vinden bij de instelling zelf;
- b)
de gekochte kortlopende vorderingen zijn op marktconforme wijze tot stand gekomen tussen de verkoper en de debiteur. Te ontvangen posten en kortlopende vorderingen opgenomen in tegenrekeningen tussen ondernemingen die van elkaar kopen en aan elkaar verkopen, komen als zodanig niet in aanmerking;
- c)
de kopende instelling heeft recht op alle opbrengsten van de gekochte kortlopende vorderingen of een evenredig belang in de opbrengsten; en
- d)
de portefeuille gekochte kortlopende vorderingen is voldoende gespreid.
6.
Bij gekochte kortlopende vorderingen op particulieren en kleine partijen kunnen restitueerbare kortingen op de aankoopprijs, zekerheden of gedeeltelijke garanties die protectie voor het eerste verlies bij verliezen bij wanbetaling, verwateringsverliezen of beide bieden, worden behandeld als een eersteverliesprotectie door de koper van de kortlopende vorderingen of door de begunstigde van de zekerheid of van de gedeeltelijke garantie overeenkomstig hoofdstuk 5, afdeling 3, onderafdelingen 2 en 3. De verkoper die de restitueerbare korting op de aankoopprijs aanbiedt en de verschaffer van een zekerheid of een gedeeltelijke garantie behandelt deze als een blootstelling aan een eersteverliespositie overeenkomstig hoofdstuk 5, afdeling 3, onderafdelingen 2 en 3.
7.
Bij hybride pools van gekochte kortlopende vorderingen op particulieren of kleine partijen waarbij de kopende instellingen door onroerend goed gedekte blootstellingen en gekwalificeerde revolverende blootstellingen niet onderscheiden van andere blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen, is de risicogewichtfunctie voor particulieren en kleine partijen van toepassing die de hoogste kapitaalvereisten voor die blootstellingen oplevert.