Einde inhoudsopgave
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
Artikel 34 [Aantekening op akte van beëdiging. Ontbreken titel van opsporingsbevoegdheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Derde tranche Algemene wet bestuursrecht (20-06-1996, Stb. 333).
- Bronpublicatie:
22-12-1997, Stb. 1997, 764 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Indien is vastgesteld dat een titel van opsporingsbevoegdheid, de betrouwbaarheid en de bekwaamheid nog steeds aanwezig zijn, wordt hiervan aantekening gemaakt op de akte van beëdiging. Tevens wordt een nieuwe datum voor de periodieke toetsing op de akte van beëdiging vermeld.
2.
De beschikking waarbij wordt vastgesteld dat een geldige titel van opsporing ontbreekt, wordt bekendgemaakt aan de buitengewoon opsporingsambtenaar, diens werkgever, de toezichthouder en de direct toezichthouder.