Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 8 Zeevaart en luchtvaart
Geldend
Geldend vanaf 31-12-1990
- Bronpublicatie:
12-01-1990, Trb. 1990, 30 (uitgifte: 02-03-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-12-1990, Trb. 1990, 182 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen verkregen door een inwoner van een van de Staten uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts in die Staat belastbaar.
2.
Deze voordelen mogen echter ook in de andere Staat worden belast, indien de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming in die andere Staat is gelegen.
3.
Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid omvatten voordelen verkregen uit de exploitatie in internationaal verkeer van schepen of luchtvaartuigen mede voordelen die daarmede bijkomstig verband houden, zoals voordelen die door een binnenlandse of internationale vervoerder worden verkregen uit de verhuur van schepen of luchtvaartuigen op basis van verhuur zonder bemanning, als gevolg van tijdelijk beschikbare vervoerscapaciteit.
4.
Indien de plaats van de werkelijke leiding van een scheepvaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de Staat waarin de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.
5.
De bepalingen van het eerste tot en met het vierde lid vinden overeenkomstige toepassing ten aanzien van voordelen verkregen uit de exploitatie van schepen die worden gebezigd voor de visserij in volle zee.
6.
De bepalingen van het eerste, tweede, derde en vijfde lid zijn ook van toepassing op voordelen uit de deelneming in een ‘pool’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal geëxploiteerd agentschap.