Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Artikel 79 Verplichte vergoedingen of heffingen
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteiten innen vergoedingen of heffingen voor officiële controles die zijn verricht in verband met activiteiten als bedoeld in bijlage IV, hoofdstuk II, en op de in artikel 47, lid 1, onder a), b) en c), bedoelde dieren en goederen, aan grenscontroleposten of aan de in artikel 53, lid 1, onder a), bedoelde controlepunten:
- a)
ten belope van de overeenkomstig artikel 82, lid 1, berekende kosten, of
- b)
ten belope van de in bijlage IV vermelde bedragen.
2.
De bevoegde autoriteiten innen vergoedingen of heffingen ter dekking van de kosten die zij maken met betrekking tot:
- a)
officiële controles van de in artikel 47, lid 1, onder d), e), en f), bedoelde dieren en goederen;
- b)
officiële controles op verzoek van de ondernemer, teneinde de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 183/2005 bedoelde erkenning te krijgen;
- c)
officiële controles die aanvankelijk niet waren gepland, en die:
- i)
noodzakelijk zijn geworden omdat tijdens een overeenkomstig deze verordening verrichte officiële controle een geval van niet-naleving vanwege dezelfde exploitant werd geconstateerd, en
- ii)
worden verricht om de omvang en gevolgen van het geval van niet-naleving te beoordelen dan wel te verifiëren of de niet-naleving is verholpen.
3.
Onverminderd leden 1 en 2 kunnen de lidstaten met betrekking tot de in bijlage IV, hoofdstuk II, bedoelde activiteiten, het bedrag van de vergoedingen of heffingen op een objectieve en niet-discriminerende basis verminderen, rekening houdend met:
- a)
de belangen van exploitanten met een geringe productie;
- b)
de traditionele methoden die worden gebruikt voor productie, verwerking en distributie;
- c)
de behoeften van exploitanten die gevestigd zijn in gebieden met specifieke geografische beperkingen, en
- d)
de antecedenten van de exploitant wat betreft de naleving van de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels, zoals gestaafd door officiële controles.
4.
De lidstaten kunnen besluiten de overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder b), berekende vergoedingen en heffingen niet te innen wanneer het bedrag ervan zo laag is dat, rekening houdend met de inningskosten en de totaal te verwachten inkomsten uit de vergoedingen en heffingen, het innen van die vergoeding of heffing niet rendabel zou zijn.
5.
Dit artikel is niet van toepassing op officiële controles in verband met de naleving van de in artikel 1, lid 2, onder i) en j), bedoelde regels.