Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 5 Vaste inrichting
Geldend
Geldend vanaf 24-10-2011
- Bronpublicatie:
22-03-2010, Trb. 2011, 102 (uitgifte: 09-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2011, Trb. 2011, 208 (uitgifte: 26-10-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking ‘vaste inrichting’ een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.
2.
De uitdrukking ‘vaste inrichting’ omvat in het bijzonder:
- a.
een plaats waar leiding wordt gegeven;
- b.
een filiaal;
- c.
een kantoor;
- d.
een fabriek;
- e.
een werkplaats; en
- f.
een mijn, een olie- of gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.
3.
De uitdrukking ‘vaste inrichting’ omvat voorts een bouwterrein of constructie-, montage-, installatie- of baggerwerkzaamheden, evenwel uitsluitend indien het bouwterrein of de werkzaamheden langer dan zes maanden blijft voortbestaan respectievelijk voortduren.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en derde lid, waar een onderneming van een verdragsluitende partij diensten verricht in de andere verdragsluitende partij
- a.
door middel van een natuurlijke persoon die in de andere verdragsluitende partij aanwezig is gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die een totaal van 183 dagen te boven gaat of gaan in een tijdvak van twaalf maanden, en meer dan 50 percent van de bruto-ontvangsten die aan bedrijfsmatige activiteiten van de onderneming gedurende dat tijdvak of die tijdvakken toegerekend kunnen worden afkomstig is van de diensten die via die natuurlijke persoon in de andere verdragsluitende partij verricht worden, of
- b.
gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden een totaal van 183 dagen te boven gaat of gaan en deze diensten worden verricht voor dezelfde werkzaamheden of met elkaar verbonden werkzaamheden via een of meer natuurlijke personen die aanwezig zijn en deze diensten verrichten in de andere verdragsluitende partij.
De in de andere verdragsluitende partij in het kader van deze diensten verrichte activiteiten worden geacht te worden verricht door middel van een vaste inrichting van de in de andere verdragsluitende partij gevestigde onderneming, tenzij deze diensten beperkt zijn tot die welke zijn vermeld in het vijfde lid, die indien zij zouden worden verricht door een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken. Voor de toepassing van dit lid worden diensten namens een onderneming verricht door een natuurlijke persoon niet geacht via die natuurlijke persoon te zijn verricht door een andere onderneming, tenzij die andere onderneming toezicht houdt op, aanwijzingen geeft voor of leiding geeft aan de wijze waarop de diensten door de natuurlijke persoon worden verricht.
5.
Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ‘vaste inrichting’ niet geacht te omvatten:
- a.
het gebruikmaken van inrichtingen uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar;
- b.
het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering;
- c.
het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor de verwerking door een andere onderneming;
- d.
het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of informatie te verzamelen;
- e.
het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
- f.
het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a. tot en met e. genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft.
6.
Indien een persoon — niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie het zevende lid van toepassing is — optreedt in een verdragsluitende partij namens een onderneming van de andere verdragsluitende partij, en een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht in een verdragsluitende partij gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in de eerstgenoemde verdragsluitende partij een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die die persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vijfde lid, die, indien zij zouden worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken.
7.
Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een verdragsluitende partij te bezitten uitsluitend op grond van de omstandigheid dat zij in die verdragsluitende partij zaken doet door bemiddeling van een makelaar, commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.
8.
De omstandigheid dat een lichaam dat inwoner is van een verdragsluitende partij een lichaam beheerst of door een lichaam wordt beheerst dat inwoner is van de andere verdragsluitende partij of dat in die andere verdragsluitende partij zaken doet (hetzij door middel van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide lichamen niet tot een vaste inrichting van het andere.