Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 46 [Betaling uitkering]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
04-10-2012, Stb. 2012, 463 (uitgifte: 12-10-2012, kamerstukken: 31929)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2012, Stb. 2012, 482 (uitgifte: 19-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
De Sociale verzekeringsbank betaalt de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat.
2.
De betaling bedoeld in het eerste lid geschiedt in de regel per maand.
3.
De Sociale verzekeringsbank schort de betaling van de uitkering op of schorst de betaling indien zij op grond van duidelijke aanwijzingen van oordeel is of het gegronde vermoeden heeft, dat:
- a.
het recht op uitkering niet of niet meer bestaat; of
- b.
recht op een lagere uitkering bestaat; of
- c.
de nabestaande, het ouderloos kind, of zijn wettelijke vertegenwoordiger dan wel de instelling aan welke ingevolge artikel 49 of 57 de uitkering wordt uitbetaald, een verplichting bedoeld in artikel 35, 35a, 36, tweede lid, of 37 niet is nagekomen.
4.
De Sociale verzekeringsbank stelt de betrokken persoon of instelling onverwijld schriftelijk in kennis van de beslissing bedoeld in het derde lid.