Einde inhoudsopgave
Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie
Artikel 38 [vervallen]
Geldend
Vervallen per 01-06-1986
- Bronpublicatie:
12-03-1986, Stb. 1986, 99 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18798 Overheid.nl: 18798)
- Inwerkingtreding
01-06-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-1986, Stb. 1986, 141 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Financiën
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Tegen de beschikking, in het vorige artikel vermeld, kan de verzoeker binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift ervan verzet doen bij het College. Artikel 33, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2.
Ten gevolge van dat verzet vervalt de beschikking, tenzij het verzet niet ontvankelijk of ongegrond wordt verklaard.
3.
Het verzet wordt gedaan bij ondertekende schriftuur. Bij niet voldoen aan dit voorschrift wordt het verzet niet-ontvankelijk verklaard, tenzij de verzoeker het verzuim heeft hersteld binnen een door de voorzitter te bepalen termijn.
4.
Desverlangd geeft de griffier bewijs van ontvangst van de schriftuur, waarbij verzet wordt gedaan.
5.
Is het College van oordeel, dat het beroep kennelijk niet ontvankelijk of ongegrond is, of dat het College kennelijk onbevoegd is, dan kan het zonder nader onderzoek het verzet ongegrond verklaren, echter niet dan na hem, die het verzet gedaan heeft, in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord.
6.
De beschikking tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van een verzet is met redenen omkleed. Het bepaalde in het tweede en derde lid van artikel 37 is op die beschikking van toepassing.