Einde inhoudsopgave
Ambtenarenwet 2017
Artikel 5 [Eedaflegging en nevenwerkzaamheden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 5 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
17-04-2019, Stb. 2017, 123 jo Stb. 2019, 173 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 35073)
09-03-2017, Stb. 2017, 123 jo Stb. 2019, 173 (uitgifte: 28-03-2017, kamerstukken: 32550)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2019, Stb. 2019, 385 (uitgifte: 06-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Algemeen
1.
Een overheidswerkgever draagt zorg voor:
- a.
de aflegging van de eed of belofte door de ambtenaar bij zijn indiensttreding;
- b.
de registratie van nevenwerkzaamheden van ambtenaren die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met hun functievervulling, kunnen raken;
- c.
de openbaarmaking van de krachtens onderdeel b geregistreerde nevenwerkzaamheden van ambtenaren aangesteld in een functie waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van nevenwerkzaamheden noodzakelijk is;
- d.
de aanwijzing van ambtenaren die werkzaamheden verrichten waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is, het aanwijzen van de financiële belangen die zij niet mogen bezitten of verwerven en de registratie van de door hen gedane meldingen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b;
- e.
een procedure voor het omgaan met bij een ambtenaar levende vermoedens van misstanden binnen de organisatie waar hij werkzaam is.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid.