Einde inhoudsopgave
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Artikel 10 De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met het Verdrag van Lissabon van 13-12-2007, Trb. 2008, 11.
- Bronpublicatie:
12-12-2007, PbEU 2007, C 303 (uitgifte: 14-12-2007, regelingnummer: 2007/C303/01)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst en overtuiging te veranderen en de vrijheid, hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé, zijn godsdienst te belijden of zijn overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, in de praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.
2.
Het recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren wordt erkend volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen.