Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit
Artikel 13.18 (onderzoeken veiligheidsrapport)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het bevoegd gezag onderzoekt of de onderdelen van het opgestelde of bijgewerkte veiligheidsrapport die gaan over externe veiligheidsrisico’s voldoen aan de artikelen 4.14, 4.15 en 4.16 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
2.
Het bevoegd gezag stelt de toezichthouder, bedoeld in artikel 1, derde lid, onder d, van de Arbeidsomstandighedenwet, tijdig in de gelegenheid om te onderzoeken of de onderdelen van het veiligheidsrapport die gaan over de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, de werkgever en zelfstandige voldoen aan de artikelen 4.14, 4.15 en 4.18 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
3.
Het bevoegd gezag stelt het bestuur van de veiligheidsregio waarin de Seveso-inrichting geheel of gedeeltelijk is gelegen, tijdig in de gelegenheid om te onderzoeken of de onderdelen van het veiligheidsrapport die gaan over de bedrijfsbrandweer en de voorbereiding van de rampenbestrijding, voldoen aan de artikelen 4.14, 4.15 en 4.17 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
4.
Het bevoegd gezag stelt het bevoegd gezag voor een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam en een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk tijdig in de gelegenheid om te onderzoeken of de onderdelen van het veiligheidsrapport die gaan over mogelijke waterverontreiniging of een mogelijke belemmering voor de doelmatige werking van het zuiveringtechnisch werk bij een zwaar ongeval voldoen aan de artikelen 4.14, 4.15 en 4.16, eerste lid, onder c en d, van het Besluit activiteiten leefomgeving.