Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 391/2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 28-03-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast m.i.v. de dag na die waarop deze verordening ophoudt van toepassing te zijn op het Verenigd Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
25-03-2019, PbEU 2019, L 85 I (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: 2019/492)
- Inwerkingtreding
28-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2019, PbEU 2019, L 85 I (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: 2019/492)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Waterrecht (V)
1.
De Commissie beoordeelt regelmatig en ten minste om de twee jaar samen met de lidstaat of de lidstaten die hen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/15/EG heeft/hebben gemachtigd, alle erkende organisaties om na te gaan of zij de verplichtingen uit hoofde van deze verordening nakomen en aan de minimumcriteria van bijlage I bij deze verordening voldoen. De beoordeling wordt beperkt tot die activiteiten van de erkende organisaties die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.
2.
De Commissie baseert zich bij de keuze van de te beoordelen erkende organisaties vooral op de veiligheids- en verontreinigingspreventiescore van de erkende organisatie, het ongevallencijfer en de door de lidstaten overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2009/15/EG geproduceerde rapporten.
3.
De beoordeling kan een bezoek aan regionale vestigingen van de erkende organisatie en willekeurige inspecties van zowel in bedrijf als in aanbouw zijnde schepen omvatten om de prestaties van de erkende organisatie te onderzoeken. In dat geval informeert de Commissie zo nodig de lidstaat waar de regionale vestiging zich bevindt. De Commissie verschaft de lidstaten een rapport met de resultaten van de beoordeling.
4.
Elke erkende organisatie legt de resultaten van zijn ‘Quality System Management Review’ jaarlijks voor aan het bij artikel 12, lid 1, ingestelde comité.