Einde inhoudsopgave
Militair keuringsreglement
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 10-10-1960
- Bronpublicatie:
16-08-1960, Stb. 1960, 370 (uitgifte: 20-09-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-1960
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-1960, Stb. 1960, 370 (uitgifte: 20-09-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Personen van groep B worden ongeschikt geacht voor de dienst bij het korps, het wapen, de dienstgroep, het dienstvak — of onderdeel daarvan — of dergelijke, waarvoor zij in aanmerking wensen te komen, indien zij:
- a.
een afwijking hebben of verkeren in een toestand, die een afwijking doet vermoeden; of
- b.
geen afwijking hebben, doch hun lichamelijke of geestelijke gesteldheid niettemin doet verwachten, dat zij niet zullen voldoen aan de eisen van de dienst of niet bestand zullen zijn tegen de vermoeienissen, verbonden aan de dienst; of
- c.
niet voldoen aan de bijzondere eisen, welke door of vanwege Onze minister voor de dienst, bedoeld in de aanhef van dit artikel, mochten zijn gesteld.
2.
Zijn zij in werkelijke dienst of in werkelijke dienst geweest, dan kunnen zij, ondanks de aanwezigheid van een afwijking, onderscheidenlijk ondanks het feit, dat zij niet voldoen aan de bijzondere eisen, bedoeld in het eerste lid, onder c, geschikt worden geacht voor de dienst bij het korps, het wapen, de dienstgroep, het dienstvak — of onderdeel daarvan — of dergelijke, waarvoor zij in aanmerking wensen te komen, indien moet worden verwacht, dat die afwijking, onderscheidenlijk het niet voldoen aan die eisen, hen niet zal verhinderen die dienst naar behoren te verrichten zonder hun gezondheid of die van anderen te schaden.
3.
In het geval, bedoeld in het tweede lid, berust de beslissing bij de hoogste geneeskundige autoriteit voor de zee-, de land- of de luchtmacht.