Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren
Bijlage II Richtlijnen voor het ontwikkelen van de meest milieuveilige handelwijze
Geldend
Geldend vanaf 06-10-1996
- Bronpublicatie:
17-03-1992, Trb. 1992, 199 (uitgifte: 09-12-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-10-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-1996, Trb. 1996, 299 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1
Bij de keuze van de meest geschikte combinatie van maatregelen die in afzonderlijke gevallen de meest milieuveilige handelwijze kan vormen, dient de volgende reeks maatregelen in de gegeven volgorde te worden overwogen:
- a.
het verschaffen van informatie en voorlichting aan het publiek en aan gebruikers over de gevolgen voor het milieu van de keuze van bepaalde activiteiten en produkten, en het gebruik en de uiteindelijke verwijdering ervan;
- b.
het ontwikkelen en toepassen van codes voor milieuveilige handelwijzen die alle aspecten van de levensduur van het produkt bestrijken;
- c.
het gebruik van etiketten om gebruikers in te lichten over de risico's voor het milieu die verbonden zijn aan een produkt en aan het gebruik en de uiteindelijke verwijdering ervan;
- d.
het invoeren van openbare ophaal- en verwijderingssystemen;
- e.
recycling, herwinning en hergebruik;
- f.
toepassing van economische instrumenten op activiteiten, produkten of groepen van produkten;
- g.
invoering van een vergunningenstelsel, waarin een reeks beperkingen of een verbod wordt opgenomen.
2
Bij het bepalen welke combinatie van maatregelen meest milieuveilige handelwijzen vormen, in het algemeen of in afzonderlijke gevallen, dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan:
- a.
het risico voor het milieu van:
- i.
het produkt;
- ii.
de vervaardiging van het produkt;
- iii.
het gebruik van het produkt;
- iv.
de uiteindelijke verwijdering van het produkt;
- b.
vervanging door minder verontreinigende procédés of stoffen;
- c.
de schaal waarop het produkt wordt gebruikt;
- d.
mogelijke voor- of nadelen voor het milieu van vervangende materialen of activiteiten;
- e.
vooruitgang en veranderingen in wetenschappelijke kennis en inzichten;
- f.
de termijnen voor de toepassing;
- g.
sociale en economische gevolgen.
3
Dit houdt dus in dat de betekenis van ‘meest milieuveilige handelwijze’ voor een bepaalde bron in de loop der tijd zal veranderen in het licht van de technologische vooruitgang, van economische en sociale factoren, alsook van veranderingen in wetenschappelijke kennis en inzichten.