Einde inhoudsopgave
Waterschapsbesluit
Artikel 4.66
Geldend
Geldend van 07-02-2015 tot 01-01-2025. Let op: wordt geraakt door terugwerkende kracht
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is lid 2 i.p.v. lid 3 gewijzigd.
- Bronpublicatie:
21-01-2015, Stb. 2015, 48 (uitgifte: 06-02-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-02-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-01-2015, Stb. 2015, 48 (uitgifte: 06-02-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie:
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Waterrecht (V)
1.
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, met inachtneming van artikel 4.65, tweede lid.
2.
De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten.
3.
De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kan worden opgenomen de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Een redelijk deel van de kosten van ondersteunende diensten van het waterschap kan in de vervaardigingsprijs worden opgenomen.
4.
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.
5.
Activa waarvoor het waterschap financiële lease-contracten is aangegaan en waarbij het economisch eigendom bij het waterschap berust, worden op basis van de nominale waarde gewaardeerd.
6.
Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen.
7.
Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd alsmede het eigen vermogen.
8.
Bij de waardering van financiële vaste activa, uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar, kortlopende vorderingen en overlopende activa wordt rekening gehouden met oninbaarheid.