Einde inhoudsopgave
Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven
Artikel 15 [Verzoek om buitenlandse passagiersgegevens bij concrete dreiging]
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, Stb. 2019, 205 (uitgifte: 17-06-2019, kamerstukken: 34861)
- Inwerkingtreding
18-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2019, Stb. 2019, 206 (uitgifte: 17-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De Passagiersinformatie-eenheid kan in geval van een ernstige en concrete dreiging van een terroristisch of ernstig misdrijf, de Passagiersinformatie-eenheid van een andere lidstaat verzoeken een luchtvaartmaatschappij een verzoek als bedoeld in artikel 4, vierde lid, te doen, teneinde de ontvangen gegevens door te geven aan een bevoegde instantie voor het voorkomen, dan wel opsporen, onderzoeken of vervolgen van het betreffende terroristische of ernstige misdrijf.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder een verzoek als bedoeld in het eerste lid moet worden gedaan.