Einde inhoudsopgave
Waterschapswet
Artikel 51ac [Benoeming en ontslag leden rekenkamer]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
28-09-2022, Stb. 2022, 430 (uitgifte: 04-11-2022, kamerstukken: 35298)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2022, Stb. 2022, 482 (uitgifte: 01-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Het algemeen bestuur benoemt de leden van de rekenkamer voor de duur van zes jaar.
2.
Indien de rekenkamer uit twee of meer leden bestaat, benoemt het algemeen bestuur uit de leden de voorzitter.
3.
Het algemeen bestuur kan plaatsvervangende leden benoemen. Indien de rekenkamer uit één lid bestaat, benoemt het algemeen bestuur in ieder geval een plaatsvervangend lid. Paragraaf 1 van hoofdstuk VIOA is op plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.
4.
Het algemeen bestuur kan een lid herbenoemen.
5.
Voorafgaand aan de benoemingen, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, pleegt het algemeen bestuur overleg met de rekenkamer.
6.
Een lid van de rekenkamer wordt door het algemeen bestuur ontslagen:
- a.
op eigen verzoek;
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;
- c.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld; of
- e.
indien hij naar het oordeel van het algemeen bestuur ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
7.
Een lid van de rekenkamer kan door het algemeen bestuur worden ontslagen:
- a.
indien hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen; of
- b.
indien hij handelt in strijd met artikel 51ah.