Einde inhoudsopgave
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
Artikel 11d [Weigering toestemming tot opname in register]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
09-09-2020, Stb. 2020, 346 (uitgifte: 23-09-2020, kamerstukken: 35124)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2021, Stb. 2021, 143 (uitgifte: 25-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
Onze Minister kan de toestemming, bedoeld in artikel 11c, vierde lid, weigeren indien hij overwegende bezwaren heeft tegen de verwachte toename van de collectieve zorguitgaven.
2.
Voordat Onze Minister een besluit neemt tot het al dan niet geven van de toestemming, deelt hij binnen vier weken na toezending door het Zorginstituut de inhoud van dat besluit schriftelijk mede aan beide Kamers der Staten-Generaal.
3.
Onze Minister kan in het geval dat de voorgedragen kwaliteitsstandaard zeer ingewikkeld, omstreden of omvangrijk is de termijn, bedoeld in het tweede lid, met vier weken verdagen.
4.
Onze Minister stelt het besluit zo spoedig mogelijk vast, maar niet eerder dan nadat 2 weken zijn verstreken na de mededeling, bedoeld in het tweede lid, of, in een geval als bedoeld in het derde lid, nadat 4 weken zijn verstreken.
5.
Onze Minister doet gelijktijdig met het verlenen van toestemming of het weigeren daarvan aan het Zorginstituut mededeling van dit besluit in de Staatscourant.
6.
Het Zorginstituut besluit tot opname van de voorgedragen kwaliteitsstandaard in het openbaar register indien Onze Minister op grond van artikel 11c, vierde lid, daarvoor toestemming heeft gegeven.
7.
Het eerste tot en met het zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een voorgedragen aanpassing van een kwaliteitsstandaard.