Einde inhoudsopgave
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Artikel 1:4 [Instemming of verzet]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2018, Stb. 2018, 37 (uitgifte: 16-02-2018, kamerstukken: 32399)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stb. 2019, 437 (uitgifte: 29-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien betrokkene nog niet de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, is er sprake van:
- a.
instemming, indien de vertegenwoordiger instemt;
- b.
verzet, indien de vertegenwoordiger zich verzet.
2.
Indien betrokkene de leeftijd van twaalf maar nog niet die van zestien jaar heeft bereikt, is er sprake van:
- a.
instemming, indien betrokkene en de vertegenwoordiger beide instemmen;
- b.
verzet, indien betrokkene of de vertegenwoordiger zich verzet.
3.
Indien betrokkene de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en geen vertegenwoordiger optreedt, is er sprake van:
- a.
instemming, indien betrokkene instemt;
- b.
verzet, indien betrokkene zich verzet.
4.
Indien betrokkene de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en een vertegenwoordiger optreedt, is er sprake van:
- a.
instemming, indien betrokkene en de vertegenwoordiger beide instemmen;
- b.
verzet, indien betrokkene of de vertegenwoordiger zich verzet.
5.
Indien betrokkene de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, geen vertegenwoordiger optreedt en betrokkene geen blijk geeft van instemming of verzet, is artikel 1:3, vierde lid, van overeenkomstige toepassing, en is er sprake van:
- a.
instemming, indien de vertegenwoordiger instemt;
- b.
verzet, indien de vertegenwoordiger zich verzet.
6.
Indien betrokkene op enig later moment blijk geeft van verzet, vervalt de instemming, bedoeld in het vijfde lid, en is er sprake van verzet.