Einde inhoudsopgave
Besluit financiële markten BES
Artikel 3:1 (betrouwbaarheidstoets)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
22-05-2012, Stb. 2012, 238 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De toezichtautoriteit beoordeelt de betrouwbaarheid van een persoon als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de wet op basis van diens voornemens, handelingen en antecedenten.
2.
De toezichtautoriteit neemt bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval de in bijlage 1 genoemde antecedenten in aanmerking, alsmede:
- a.
het onderlinge verband tussen de aan een antecedent ten grondslag liggende gedraging of gedragingen en de overige omstandigheden van het geval;
- b.
de belangen die de wet beoogt te beschermen;
- c.
de overige belangen van de financiële onderneming en de betrokkene.
3.
Telkens na verloop van drie jaren vindt een nieuwe beoordeling plaats van de betrouwbaarheid van de in het eerste lid bedoelde personen.