Einde inhoudsopgave
Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
Artikel 3.23 Inroepen van de nietigheid
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2006
- Bronpublicatie:
25-02-2005, Trb. 2005, 96 (uitgifte: 27-04-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2006, Trb. 2006, 177 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1.
ledere belanghebbende met inbegrip van het Openbaar Ministerie kan de nietigheid inroepen van de inschrijving van een tekening of model indien:
- a.
de tekening of het model geen tekening of model is in de zin van artikel 3.1, lid 2 en 3;
- b.
de tekening of het model niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 3.1, lid 1, en de artikelen 3.3 en 3.4;
- c.
de tekening of het model onder de toepassing van artikel 3.2 valt;
- d.
door die inschrijving krachtens artikel 3.6, sub e of f, geen recht op een tekening of model wordt verkregen.
2.
Enkel de deposant of houder van een uitsluitend recht op een tekening of model dat voortvloeit uit een inschrijving van een Gemeenschapsmodel, een Benelux-inschrijving, of een internationaal depot, kan de nietigheid inroepen van de inschrijving van een met zijn recht strijdig jonger depot van een tekening of model, indien krachtens artikel 3.6, sub a, door de inschrijving geen recht op de tekening of het model wordt verkregen.
3.
Enkel de houder van een ouder merkrecht of de houder van een ouder auteursrecht kan de nietigheid van de inschrijving van het Beneluxdepot of de voor het Benelux-gebied uit het internationaal depot van die tekening of dat model voortvloeiende rechten inroepen, indien krachtens artikel 3.6, sub b, respectievelijk sub c, geen recht op de tekening of het model wordt verkregen.
4.
Enkel de belanghebbende kan de nietigheid van de inschrijving van de tekening of het model inroepen, indien krachtens artikel 3.6, sub d, geen recht op de tekening of het model wordt verkregen.
5.
Enkel de ontwerper van een tekening of model als bedoeld in artikel 3.7, lid 1, kan onder de voorwaarden genoemd in dat artikel de nietigheid inroepen van de inschrijving van een depot van de tekening of het model, dat zonder zijn toestemming is verricht door een derde.
6.
De inschrijving van het depot van een tekening of model kan ook na verval of afstand nietig worden verklaard.
7.
Wordt het geding tot nietigverklaring door het Openbaar Ministerie aanhangig gemaakt, dan zijn alleen de rechter te Brussel, te 's-Gravenhage of te Luxemburg bevoegd. Het aanhangig maken van het geding door het Openbaar Ministerie schorst ieder ander op dezelfde grondslag ingesteld geding.